4H - 309 (wetten van newton)

Natuurkunde
1) Pak je natuurkunde spullen.
2) Berg je telefoon en tas op
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with text slides.

Items in this lesson

Natuurkunde
1) Pak je natuurkunde spullen.
2) Berg je telefoon en tas op

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

  • Afronding 3.4
  • HW opdrachten bekijken
  • Start 3.4
  • Opdrachten oefenen

Slide 2 - Slide

Eerste wet van Newton
Heeft een voorwerp een constante snelheid (of staat het stil)
De resultante kracht is in beide richtingen nul.
De resultate kracht is in beide  richtingen nul.
Heeft een voorwerp een constante snelheid (of staat het stil)

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Eerste wet van Newton:

Geen resulterende kracht, dus snelheid constant.

Slide 7 - Slide

Eerste wet van Newton:

Geen resultante kracht, dus snelheid constant.

Slide 8 - Slide

Eerste wet van Newton:

Geen resultante kracht, dus snelheid constant.
Resulterende kracht in de richting van de beweging: versnelling

Slide 9 - Slide

Eerste wet van Newton:

Geen resultante kracht, dus snelheid constant.
Resulterende kracht in de richting van de beweging: versnelling
Resulterende kracht tegen de richting van de beweging in: vertraging

Slide 10 - Slide

Eerste wet van Newton:

Geen resultante kracht, dus snelheid constant.
Resulterende kracht in de richting van de beweging: versnelling
Resulterende kracht tegen de richting van de beweging in: vertraging
a=mFres

Slide 11 - Slide

Tweede wet van Newton
a=mFres

Slide 12 - Slide

Tweede wet van Newton
a=mFres
Fres=ma

Slide 13 - Slide

Tweede wet van Newton
a=mFres
Fres=ma
Fres is de resultante kracht (N)
m is de massa (kg)
a is de versnelling (m/s2)

Slide 14 - Slide

Tweede wet van Newton
a=mFres
Fres=ma
Fz=mg
Fres is de resultante kracht (N)
m is de massa (kg)
a is de versnelling (m/s2)

Slide 15 - Slide

Tweede wet van Newton
a=mFres
Fres=ma
Fz=mg
Fres is de resultante kracht (N)
m is de massa (kg)
a is de versnelling (m/s2)
Bij een vrije val:
a = g = 9,81 m/s2

Slide 16 - Slide

Voorbeeld

Slide 17 - Slide

Is er een resulterende kracht?
Nee
Het voorwerp staat stil of de snelheid van het voorwerp blijft constant.
Ja
In welke richting is de resulterende kracht?
In de richting van de beweging
Tegen de richting van de beweging in
Het voorwerp versnelt.
Het voorwerp vertraagt.
Begin
a=mFres

Slide 18 - Slide

Er is geen resulterende kracht.
Het voorwerp staat stil of de snelheid van het voorwerp blijft constant.
Er is een resulterende kracht in de richting van de beweging.
Het voorwerp versnelt.
Het voorwerp vertraagt.
Wat gebeurt er met het voorwerp?
Er is een 
resulterende kracht tegen de richting van de beweging in.
Fres=ma

Slide 19 - Slide

timer
5:00

Slide 20 - Slide

timer
1:00

Slide 21 - Slide

Pauze
timer
5:00

Slide 22 - Slide

Planning
Maandag: afsluiting van het hoofdstuk

Woensdag: Oefentoets (in tweetallen en met boek erbij)

Slide 23 - Slide