thema 5 les 2

• Natuur en Techniek
• HBO
• Studiejaar 2

Welkom. 

Kom terug op de voorbereiding. Ik heb gezien dat. Fijn of juist niet. 

Leg klaar:

_ post its   3 kleuren

-  posters

- zet groepjes klaar

- 

Buitenonderwijs

Maak groepjes van drie

Verdeel de bronnen!!

Opdracht voor volgende week

https:

werkvorm

Maak met elkaar een mindmap waarin zoveel mogelijk informatie uit deze 3 bronnen wordt  opgenomen.

1. Maak eerst individueel een mindmap van de bron.

2. Leg de drie mindmaps over elkaar en probeer de overlap te vinden.

3. Maak met elkaar één gezamenlijke mindmap. 

vorigeweek

-het verschil tussen onderzoekend en ontwerpend leren.

- de 7de stap. (verbreden en verdiepen)

- belang van een energizer .

- heb je een duidelijk beeld hoe je de stappen in de praktijk kan toepassen.

Haal terug. Vorige week hebben wij het gehad over Lees op. 

Benoem in ieder geval dat het startpunt bij ontwerpend leren een behoefte of een probleem van iemand is.

Dat de 7 de stap is om te verbreden en te verdiepen, daar kijken wij vandaag ook nog verder kort naar. 

Dat de energizer belangrijk is om los te komen. 

Wat is het vertrekpunt bij het ontwerpend leren?

1. verwondering
2. een behoefte of probleem van iemand.
3. een product dat gemaakt moet worden
4. het creatieve denkproces

Leerlingen instructie geven over bepaalde maaktechnieken doe je vooral in ......

1. stap 2
2. stap 3
3. stap 4
4. stap 1

Maak ook de koppeling naar de ontdekkend leren cyclus.

Hoe noemen wij de 7de zeer belangrijke stap in de ontwerpcyclus?

1. probleem verkennen en formuleren
2. presenteren
3. testen en optimaliseren
4. verbreden en verdiepen

Genereren van zo veel mogelijk, gevarieerde ideeën doe je in ....

1. stap 1
2. stap 2
3. stap 3
4. stap 5

Bij het ontwerpen maak je gebruik van een energizer....

1. omdat het gezellig is.
2. voor een actieve houding.
3. om vaste denkpatronen te doorbreken.
4. voor energie en focus.

Lesdoelen

• Ik ken de didactiek van het ontwerpend leren.
• Ik kan het verschil tussen divergent en convergent noemen en toepassen.
• Ik weet wat het wybertjes-model is.
• Ik weet welke activiteit (ontwerpvaardigheid) bij welke stap hoort.
• Ik kan de 7 ontwerpvaardigheden opnoemen.

De eerste is eigenlijk een lesdoel van vorige week, maar voor deze week werk je daar verder aan. 

De tweede is belangrijk weet dat je daar toetsvragen over gaat krijgen. Ditzelfde kan gelden voor de derde. 

Wat is een belangrijke vaardigheidsdoel bij stap 1:

Wat zijn belangrijke vaardigheidsdoelen bij stap 2:

Wat zijn de belangrijkste vaardigheidsdoelen bij stap/fase 3

lesdoelen:

-De student kan na afloop de stappen en de didactiek van ontwerpend leren toepassen op een bestaand idee.

- De student 

- De student kan na afloop onderbouwen waarom buitenonderwijs van belang is.

De ontwerpcyclus is het meest gebruikte didactische model in het onderwijs.

Een ander model om het ontwerpproces te beschrijven is het wybertjes model. Merk op de vorm van de snoepjes. (ruit).

Deze wordt vooral in de eerste drie stappen van de cyclus toegepast.

Bij alle drie de eerste stappen wordt er eerst alle kanten op gedacht, zo veel mogelijk perspectieven bekeken en onderzocht wat er  aan de hand is om vervolgens te convergeren naar 1 ontwerpprobleem.

idee 

of 1 concept

wybertjesmodel

divergent

- denk alle kanten op

- probeer zo veel mogelijk iedeeen te verzinnen

-deel ideeën 

- stel je oordeel uit

wybertjesmodel

convergent

-denk naar een punt

-beoordelenen richting kiezen

- wat is de meest belovende oplossing

- evalueren 

Tijdens het werken in de ontwerpcyclus werk je aan bepaalde vaardigheden . Komen we nog op terug. Belangrijk is dat je doorkrijgt wanneer je in welke stap welke vaardighied in kan zetten. 

Denk aan de ontwerpvaardigheid als lesdoel en de evaluatie/reflectie aan het einde van het gehele proces.  Dus ook na stap 7.  (expliciet in stap 1 en 7, natuurlijk ook tijdens de overige stappen impliciet.)

Deze gebruik je en benoem je tijdens de stappen die je doorloopt zoadat je aan het einde kan reflecteren op het product , maar vooral ook op het proces. 

Bekijk/luister en doe mee, met het volgende lesidee.

- Aan welke ontwerpvaardigheden werken wij?

 -Welke werkvorm/ondersteuning kan je als leerkracht toepassen in eigen les?

BIj een ontwerp beginnen we altijd vanuit een probleem van iets of iemand . 

- Welke ontwerpvaardigheden zie je?

- Hoe kan je de stappen in deze les herkennen?

 - Welke foto gaat over divergeren en welke foto over convergeren?

Antwoorden op de vragen n.a.v. het lesidee:

Hoe kun je de overlast van meeuwenpoep verminderen?

opdracht (divergeren)

Bedenk zo veel mogelijk oplossingen voor dit probleem. 

Schrijf ze op een post-it. (gele post-it) 

Plak ze op de poster. (3 min)

denk alle kanten op

deel ideeen

Als er tijd is kun je de ideeen ook nog clusteren.

opdracht (divergeren)

Wissel van tafelgroepje.

Lees wat er al staat en bedenk zo veel mogelijk nieuwe / andere oplossingen voor dit probleem. 

Schrijf ze op en plak deze op de poster.  (oranje post-it) (3 min)

Zelfde maar dan met de (roze post -it).       (3 min)

denk alle kanten op

deel ideeen

Als er tijd is kun je de ideeen ook nog clusteren.

opdracht (divergeren)

Wissel van tafelgroepje.

Lees wat er al staat en bedenk zo veel mogelijk nieuwe / andere oplossingen voor dit probleem. 

Schrijf ze op en plak deze op de poster.  (roze post-it) (3 min)

Zelfde maar dan met de (roze post -it).       (3 min)

denk alle kanten op

deel ideeen

Als er tijd is kun je de ideeen ook nog clusteren.

- Aan welke ontwerpvaardigheden werken wij?

- Welke werkvorm / ondersteuning kan jij als leerkracht geven?

Dit is een voorbeeld van divergeren . Zo veel mogelijk iedeen bedenken.

later eventueel nog ordenen. clusteren

zodat je later kunt convergeren naar een beste idee of een combinatie van een anatal ideen om te komen tot een beste idee. 

meeuwen den haag

Stap 7 een voorbeeld is verrijken met wat er in het echt gedaan wordt. 

Antwoorden op de vragen n.a.v. het lesidee:

Buitenonderwijs

Maak groepjes van drie

Verdeel de bronnen!!

Opdracht voor volgende week

https:

https:

https:

werkvorm

Maak met elkaar een mindmap waarin zoveel mogelijk informatie uit deze 3 bronnen wordt  opgenomen.

1. Maak eerst individueel een mindmap van de bron.

2. Leg de drie mindmaps over elkaar en probeer de overlap te vinden.

3. Maak met elkaar één gezamenlijke mindmap. 

presenteren

Ter voorbereiding voor de volgende les worden de mindmaps afgemaakt. Naast dat uit deze literatuur één of meerdere vragen zijn opgenomen in de toets is het een goede werkvorm om met elkaar tot een leerprestatie te komen.

In de volgende les worden de mindmaps gepresteerd. Via lessonup kan deze geupload worden tijden de les. Deze wordt formatief beoordeeld.

Wat vonden jullie van deze les? Wat kan beter?