Bloedsomloop

Bloedsomloop
1 / 19
next
Slide 1: Slide
uiterlijke verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bloedsomloop

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Samenstelling bloed
 Rode bloedcellen -> vervoeren van zuurstof (leeft 120 dagen)
Hemoglobine -> bevat ijzer
Witte bloedcellen -> ziekteverwekkers onschadelijk maken
Bloedplaatjes -> stollingsproces 
Bloedplasma -> water, plasma-eiwitten en overige voedingsstoffen. Transporteren van stoffen 

Slide 3 - Slide

Rode bloedcel
- Erytrocyten
- Aangemaakt in het rode beenmerg, rood beenmerg zit in platte beenderen, uiteinden van pijpbeenderen en in onregelmatige beenderen.
- Neemt ook koolstofdioxide mee terug, dat adem je uit. 
- Bevat het eiwit hemoglobine, dat bevat ijzer, daardoor kunnen zuurstof en koolstofdioxide aan de bloedcel plakken. (Geeft ook de rode kleur aan bloed).
- Leeft ongeveer 120 dagen. 
- Bloedarmoede = Te weinig hemoglobine.

Slide 4 - Slide

Witte bloedcel
- Leukocyten
- Groter dan rode bloedcellen, maar je hebt er veel minder van. 
- Soort leger tegen vijanden (micro-organismen, coronavirus etc)
- Ze kunnen zich makkelijk voortbewegen naar waar nodig door hun protoplasma-uitsteeksels. 
- Granulocyten (aanvals leger) en lymfocyten (denkwerk achter de computer -> Antistoffen maken). 
- Door die antistoffen is de vijand de volgende keer makkelijk uitgeschakeld. 

Slide 5 - Slide

Bloedplaatjes
- Trombocyten
- Worden ook aangemaakt in het rode beenmerg. 
- Stolling tegen bloedverlies. 
- Stollingseiwitten = Fibrinogeen en protrombine. Samen maken ze: Fibrine aan = het net wat de wond doet stoppen met bloeden -> Korst.

Slide 6 - Slide

Bloedplasma
- Lichtgele vloeistof waarin de rode- en witte bloedcellen en de bloedplaatjes rondzweven. 
- 91% water, 7% plasma eiwitten en 2% overige stoffen (antistoffen, voedingsstoffen en afvalstoffen). 
- Transportfunctie.
- Homeostase = uitwisseling van stoffen tussen bloedplasma en lichaamscellen. Vindt plaats in de ruimte tussen de haarvaten en lichaamscellen: Intercellulaire ruimte. 
- Hiervoor zijn nodig: Diffusie, osmose en filtratie. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Homeostase 
Uitwisseling tussen bloedplasma en lichaamscellen. 
Bloedplasma, weefselvloeistof en lymfevloeistof behoren tot het inwendig milieu. Het inwendig milieu wordt constant gehouden. Het constant houden van het inwendig milieu noemen we homeostase.

Slide 9 - Slide

Haarvaten
Je kleinste slagaders en kleinste aders vormen een verbindingssysteem genoemd de haarvaten. 

Slide 10 - Slide

Grote en de kleine bloedsomloop

Slide 11 - Slide

Slagaders
Slagaders vervoeren het bloed van het hart af.
Bloed in de slagaders bevat veel zuurstof.
De bloedruk in de slagaders is hoog. 
De wanden van de slagaders zijn dik en elastisch.
Slagaders liggen diep in het lichaam.
Ze hebben geen kleppen

Slide 12 - Slide

Aders vervoeren het bloed van de organen terug naar het hart.

De grootste ader is de holle ader.

Aders hebben kleppen, zodat het bloed niet terugstroomt.

Bloeddruk in de aders zijn laag 

Slide 13 - Slide

De grote bloedsomloop is de bloedsomloop welke verloopt
over de longen
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Wat doen rode bloedcellen?
A
Ze vervoeren zuurstof
B
Ze vervoeren suikers
C
Ze maken ziekteverwekkers dood
D
Ze geven bloed een witte kleur

Slide 15 - Quiz

Rode bloedcellen
Bloedplasma
Bloedplaatjes
Witte bloedcellen
Zorgen voor bloedstolling
Bestrijden ziekteverwekkers
Vervoeren zuurstof met behulp van Hemoglobine
Vervoert stoffen zoals vitaminen, hormonen, Co2 etc.

Slide 16 - Drag question

Bloedvatenstelsel vs Lymfvatenstelsel

  • Verschil ten opzichte van de bloedcirculatie. 

Bloedvatenstelsel: Bloed stroomt snel, heeft een pomp (hart), is een gesloten systeem, staat vocht af aan weefsel.

Lymfevatenstelsel: Lymfe stroomt langzaam, heeft geen pomp, heeft geen beginpunt, brengt vocht terug in de bloedbaan.

Slide 17 - Slide

Lymfe
Is een witte stroperige vloeistof en bevat witte bloedcellen. 
Het stroomt via lymfevaten door lymfeknopen. 
Dit zijn een soort zuiveringsstations die afvalstoffen uit het lymfe filteren. 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide