Deeltaak 3 Week 6 les 1

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 3

Deeltaak 3 Week 6

Lernziele für heute

- Je hebt de woordjes van Kapitel 9 en 10 nog een keer herhaalt 

- je hebt nog een keer geoefend met  de der- en ein- Gruppe en weet hoe je het naamvallenschema moet toepassen

 

              

Planung für heute

Planning:

 - Herhaling der en ein Gruppe

- - woordjes herhalen

- vragen

- al het werk afmaken, nakijken en inleveren

- mondeling

- grammatica leren en oefenen

              

Grammatik:

Wiederholung 

Personalpronomen

der- Gruppe

ein- Gruppe

Welke naamval krijgt het onderwerp?

1. 1e
2. 3e
3. 4e

Welke naamval krijgt het lijdend voorwerp?

1. 1e
2. 3e
3. 4e

Welke naamval krijgt het meewerkend voorwerp?

1. 1e
2. 3e
3. 4e

Welke woorden (NL) horen bij de der- Gruppe?

Welke woorden horen bij de ein- Gruppe?

Welke naamval moet je in deze zin invullen:
Mein Freund hat (mijn) ______ Bruder gesehen.

1. 1e
2. 3e
3. 4e

Mein Freund hat (mijn) ____ Bruder gesehen.
Vul het goede antwoord in.

1. ein
2. einen
3. mein
4. meinen

Oefenzin:Gibst du (het) ______ Verkehr (m) die Schuld an deiner Verspätung. 

(

Stap 1: welke naamval? voorzetsel?, aan of voor/meewerkend voorwerp?, onderwerp of lijdend voorwerp?

Gibst du (het)_______ Verkehr (m) die Schuld an deiner Verspätung?

1. 1e
2. 3e
3. 4e

Oefenzin:Gibst du (het) ______ Verkehr (m)die Schuld an deiner Verspätung. 

Stap 1: 3e naamval

meewerkend voorwerp: aan wie geef je de schuld?

Oefenzin:Gibst du (het) ______ Verkehr (m)die Schuld an deiner Verspätung. 

 

Stap 2: Wat voor soort woord moet ik invullen?

persoonlijk voornaamwoord of zelfstandig naamwoord?

Gibst du (het)_______ Verkehr (m) die Schuld an deiner Verspätung?
Soort woord?

1. persoonlijk voornaamwoord
2. zelfstandig naamwoord

Oefenzin:Gibst du (het)______ Verkehr (m) die Schuld an deiner Verspätung. 

Stap 3: Is het zelfstandig naamwoord mannelijk, vrouwelijk, onzijdig of meervoud?

Oefenzin:Gibst du ______ Verkehr (m) die Schuld an deiner Verspätung. 

Stap 3: mannelijk, der Verkehr ( staat al in de zin)

Oefenzin:Gibst du (het)______ Verkehr (m) die Schuld an deiner Verspätung. 

Stap 4: Hoort het woord dat je moet invullen bij de der- of de ein- Gruppe?

1. der Gruppe
2. ein Gruppe

Oefenzin:Gibst du (het)______ Verkehr (m) die Schuld an deiner Verspätung. 

Stap 4:  der- Gruppe: het !

Oefenzin:Gibst du (het)______ Verkehr (m) die Schuld an deiner Verspätung. 

Stap 1: naamval: 3e naamval

Stap 2: soort woord: zelfstandig naamwoord

Stap 3: geslacht zelfstandig naamwoord: mannelijk

Stap 4: der- of ein- Gruppe: der Gruppe

Gibst du (het)_______ Verkehr (m) die Schuld an deiner Verspätung?
Vul het goede antwoord in:

Lesdoel bereikt?

1. Ja, ik kan het!
2. Nee, ik snap het niet!
3. Nog een beetje leren... en dan komt het goed!
4. Ja, ik denk het wel!

Morgen gaan we hier nog meer mee oefenen, alleen dan minder uitgebreid.

Vertaal: het station

Vertaal: het weekend

Vertaal: de rotonde

Vertaal: helaas

Vertaal: vaak

Vertaal: manchmal

Lesdoel bereikt?

1. Ja, ik kan het!
2. Nee, ik snap het niet!
3. Nog een beetje leren... en dan komt het goed!
4. Ja, ik denk het wel!

Toets

Mondeling: inleveren einde van week 6, uiterlijk vrijdag 29 januari

Toets:  op it's learning, in de toetsweek , telt 1x mee

alleen grammatica, nieuw team in Teams aangemaakt ( kan iedereen erin?)

Habt ihr noch Fragen?

An die Arbeit:

Mondeling

leren voor toets

werk inleveren via it's learning: video of foto's

denk ook aan de Bausteine toetsjes!