Breuken - termen

Breuken - weten we het nog?!
1 / 17
next
Slide 1: Slide
RekenenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Breuken - weten we het nog?!

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Weet je dit nog:
getal  --> dit noem je de?
_________  --> dit noem je de?

getal  --> dit noem je de?

Slide 3 - Slide

De teller en de noemer
Bij breuken heb je een teller en een noemer.
De teller is het getal boven de streep: Hoeveel delen/stukje van het geheel zijn er?
De noemer is het getal onder de streep: In hoeveel gelijke delen is het verdeeld? 

Slide 4 - Slide

Vereenvoudigen
--> Maak een breuk zo klein mogelijk!

Hoe doe je dat?
De teller én de noemer delen door hetzelfde getal!

Voorbeelden: 2/4 = 1/2       en       6/8 = 3/4       en       6/9 = 2/3

Slide 5 - Slide

Nog een paar oefeningen
Een breuk vereenvoudigen betekent dat je de breuk zo klein mogelijk schrijft. Vereenvoudig de volgende breuken als dat kan:  
42=
83=
93=
43=

Slide 6 - Slide

Samengestelde breuk
--> Wat is een samengestelde breuk?


Slide 7 - Slide

Samengestelde breuk
Schrijf een voorbeeld van een samengestelde breuk op je wisbordje. 


Slide 8 - Slide

Helen uit een breuk halen
--> Als de teller en noemer gelijk zijn (hetzelfde) is dat 1 hele. Als de teller groter is dan de noemer zitten er één of meerdere hele getallen in. 
4/4 = 1 
2/2 = 1
9/3 = 3 
5/2 = 2/2 en 2/2 en 1/2 = 2 (hele) en 1/2 --> 2  1/2

Slide 9 - Slide

Even oefenen! 
5/5 =  ?                                                     2/2 = ?
6/5 =  ?                                                     8/2 =  ?                        

3/3 =  ?                                                     4/4 =  ?
7/3 =  ?                                                     6/4 =  ?

Hoe noem je deze breuken?  Samengestelde breuken!

Slide 10 - Slide

Maak een samengestelde breuk:
1.     3 /2  = 

2.    14 / 3 =  

3.    23 / 4 =

4.   45 / 6 = 

Slide 11 - Slide

Gelijknamig?

Schrijf op je wisbordje 2 breuken die gelijknamige zijn.


Slide 12 - Slide

Vereenvoudigen 
Wat wordt daarmee bedoeld?

--> Schrijf een breuk ALTIJD met een zo klein mogelijke teller en een zo klein mogelijke noemer!

--> Hoe??

Slide 13 - Slide

Teller én noemer delen (:) door hetzelfde getal!
Voorbeeld --> 2 / 4  --> Teller en noemer : 2 = 1 / 2 
Voorbeeld --> 9 / 12 --> Teller en noemer : 3 = 3 / 4 

Opdracht op je wisbordje, vereenvoudig de breuk:
1.   6 / 9 = ?

2. 15 / 25 = ?

Slide 14 - Slide

Gelijknamig maken
1. Maak de noemers gelijk. Je kunt de noemers met elkaar vermenigvuldigen(in het voorbeeld 5x7)
2. Maak dit de nieuwe noemers (in het voorbeeld dus 
3. Zet de breuken om naar de nieuwe noemers.
4. Wat je met de noemer doet, moet je ook met de teller doen. 
Opdracht: Schrijf op je wisbordje de som met de nieuwe noemers. 
35..

Slide 15 - Slide

Ongelijknamig?

Schrijf op je wisbordje 3 breuk die ongelijknamig zijn.

Slide 16 - Slide

Voor in je JdW map!!

Slide 17 - Slide