Het gebruik van leestekens: komma

Welkom 2F
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom 2F

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Het gebruik van leestekens: komma

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kan ik komma's op de juiste manier gebruiken
  • Aan het einde van de les weet ik nog wanneer ik aanhalingstekens gebruik en dubbele punten

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Programma
5 minuten starten
5 minuten theorie komma en wat we gaan doen
15 minuten docent doet oefening voor en je gaat zelf aan de slag
10 minuten nakijken
10 minuten afsluiten

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Waarom gebruik je een komma?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Het gebruik van de komma
  • Kijk even naar dit filmpje
  • Wanneer gebruik je een komma?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Het gebruik van aanhalingstekens en dubbele punt
  • Aanhalingstekens: leestekens die je gebruikt om een citaat aan te geven.
  • Met een citaat schrijf je woord voor woord op wat iemand zegt.

Abdel zegt: "Ik ga mijn huiswerk echt niet maken vandaag, want er is voetbal op tv."

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wanneer wel en wanneer niet gebruiken
  • Dus wanneer gebruik je een komma?
  • Blz. 230 onder Je zet een komma

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Oefenen met komma's
Wat: je maakt opdracht 1 t/m 3 op blz. 230 en 231
Hoe: in stilte. De eerste 5 minuten probeer je het alleen. Daarna mag je een vinger opsteken als je een vraag hebt.
Hulp: na 5 minuten vinger opsteken. Of blz. 230 onder Je zet een komma
Tijd: 10 minuten
Klaar: maak opdracht 5 op blz. 231
Uitkomst: je weet nu hoe je de komma op de juiste manier gebruikt
timer
1:00

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Kijk 
timer
5:00

Slide 10 - Slide

mee voor een voorbeeld of begin al met de oefeningen vanaf blz. 230.

Uit is een vz en de een lidwoord

Wat voor zinsdeel is verschillen en kies?
Maak NU de oefeningen. 
Oefenen met komma's
Wat: je maakt opdracht 1 t/m 3 op blz. 230 en 231
Hoe: in stilte. De eerste 5 minuten probeer je het alleen. Daarna mag je een vinger opsteken als je een vraag hebt.
Hulp: na 5 minuten vinger opsteken. Of blz. 230 onder Je zet een komma
Tijd: 10 minuten
Klaar: maak opdracht 4 op blz. 231
Uitkomst: je weet nu hoe je de komma op de juiste manier gebruikt
timer
10:00

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Oefenen met dubbele punt en aanhalingstekens
Wat: maak oefening 1 t/m 4 op blz. 232 en 233
Hoe: zelfstandig in je schrift
Hulp: aantekeningen of uitleg op blz. 232 
Tijd: 5 minuten
Resultaat: klassikale bespreking
Klaar: maak de rest van het hoofdstuk (huiswerk)
timer
10:00

Slide 12 - Slide

Ik doe opgave 1 voor, 2 maken ze zelf.
Ze mogen alvast beginnen, wie het nog niet zeker weet mag even meekijken met hoe ik het doe.
Samen nakijken
Wat: oefening 1 en 2  blz. 232 en 233
Hoe: klassikaal
Tijd: 10 minuten

Resultaat: je weet nu zeker of je komma's op de juiste manier kunt plaatsen.
timer
10:00

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Oefenen met dubbele punt en aanhalingstekens
Wat: maak oefening 3 en 4 op blz.  233
Hoe: zelfstandig in je schrift
Hulp: aantekeningen of uitleg op blz. 232 
Tijd: 5 minuten
Resultaat: klassikale bespreking
Klaar: maak de rest van het hoofdstuk (huiswerk)
timer
5:00

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Samen nakijken
Wat: oefening 2, 3 en 4  blz. 233
Hoe: klassikaal
Tijd: 5 minuten
timer
10:00

Slide 15 - Slide

Haal iemand naar voren of vraag het antwoord
Wanneer plaats je een komma?

Slide 16 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Wat is het verschil met de indirecte rede?

Slide 17 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 18 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Morgen
Antwoorden nakijken blz. 232 en 233
meervouden op -s, -en, -ën



Slide 19 - Slide

Vertel de leerlingen wat ze aan het eind van de les zullen hebben geleerd.
Wat hebben we geleerd? Huiswerk en wat we morgen doen.
Wanneer gebruiken we een komma?

Schrijf in je agenda voor woensdag het 3e uur:
M: §:2 Blz. 230 + 231 Opdr. 1 t/m 5

Morgen: antwoorden nakijken blz. 232 en 233
meervouden op -s, -en, -ën



timer
10:00

Slide 20 - Slide

Vertel de leerlingen wat ze aan het eind van de les zullen hebben geleerd.