Als je een zuur dus oplost in water valt het zuur uit in: H⁺ ionen, en het zuurrest-ion.
Hier kan je een oplosvergelijking voor opstellen (moet je zelf kunnen):
Voorbeelden:
Zoutzuur: HCl (l) → H⁺ (aq) + Cl⁻ (aq)
Zwavelzuur: H₂SO₄ (l) → 2 H⁺ (aq) + SO₄²⁻ (aq)