De spieren

De spieren
1 / 27
next
Slide 1: Slide
AFZMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

De spieren

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
# je kunt uitleggen wat de functie van een spierweefsel is
# je kunt de 3 soorten spierweefsel benoemen en uitleggen waar ze zitten en wat ze doen
# je kunt uitleggen met welke structuren spieren aan het skelet zijn verbonden (aanhechting)
# je kunt uitleggen hoe de spieren worden aangestuurd
# je kunt uitleggen wat de termen hypertrofie en atrofie betekenen

Slide 2 - Slide

is er nog iets blijven hangen?

Slide 3 - Slide

Welke hoort er niet bij..
soorten botten
A
Pijpbeenderen
B
Lange beenderen
C
Platte beenderen
D
Korte beenderen

Slide 4 - Quiz

Functie van het skelet is NIET
A
Geeft steun en vorm
B
Geeft bescherming
C
Maakt hormonen aan
D
Slaat mineralen op

Slide 5 - Quiz

Waar zit een kogelgewricht in het lichaam
A
de elleboog
B
de knie
C
de pols
D
de schouder

Slide 6 - Quiz

een rolgericht zit
A
in je heup
B
in je onderbeen
C
in je onderarm
D
in je wervelkolom

Slide 7 - Quiz

Gewrichten hebben altijd een ...
Welke hoort er NIET bij?
A
Kapsel
B
Vloeistof
C
Kraakbeen
D
Vliezen

Slide 8 - Quiz

Functie
om delen van het lichaam te laten bewegen
(bewust/willekeurig)
bepaalde organen te laten bewegen
(onbewust / onwillekeurig)

Slide 9 - Slide

Soorten  spierweefsel
#skeletspieren (dwarsgestreepte structuur)
 maakt het mogelijk dat je beweegt (motoriek / bewust)

# gladde spieren bewegen langzaam en heb je geen invloed op (maag,darmen,blaas,bloedvaten / onbewust)

# hartspier 
combinatie van glad en dwarsgestreept wordt nooit vermoeid

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Aanhechting van de spier
# directe aanhechting aan het bot

# indirecte aanhechting via een pees aan:
1. kraakbeen (puntje neus )
2. ligamenten zijn banden die bij gewrichten zitten
3. organen kleine spiertjes in de huid

Slide 12 - Slide

Aansturing spieren
Hersenen sturen signalen naar de skeletspieren, dat signaaltje gaat vanuit je hersenen eerst door je ruggenmerg en vervolgens naar de zenuwen en dan de  spier(en)...en dan komt de spier in actie

Slide 13 - Slide

Hypertrofie
bij veel gebruik van je spierweefsel worden de cellen groter

dus als je veel zware dingen tilt krijg je vanzelf ....

Slide 14 - Slide

Atrofie
wanneer je spieren nauwelijks of niet gebruikt worden de cellen kleiner

bijvoorbeeld als je been een poos in het gips heeft gezeten

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Zijn spieren in de darmen onderdeel van de dwarsgestreepte spieren?
A
JA
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Spieratrofie is
A
Afname van spierweefsel
B
Toename van spierweefsel
C
Een scheur in het spierweefsel
D
Ernstige spierpijn

Slide 19 - Quiz

Kippenvel ontstaat door spieren. Wat klopt over deze spieren?
A
De spieren zitten vast aan botten
B
De spieren bevinden zich in de huid
C
Het komt zowel voor dat deze spieren aan botten als aan de huid vast zitten

Slide 20 - Quiz

Als je een spier samentrekt, wordt de spier....
A
korter en dikker
B
langer en dunner
C
korter en dunner
D
langer en dikker

Slide 21 - Quiz

Spieren die je zelf kunt aansturen zijn onwillekeurige spieren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

De spieren in onze organen zijn voorbeelden van willekeurige spieren.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Wanneer spieren een tijd niet worden gebruikt, kan spieratrofie ontstaan.
Wat is de beste manier om spieratrofie te voorkomen?
A
bewegen
B
gebruik van dekenboog
C
juiste voeding
D
wisselende houding

Slide 24 - Quiz

Als je een spier ontspant, wordt de spier....
A
korter en dikker
B
langer en dunner
C
korter en dunner
D
langer en dikker

Slide 25 - Quiz

en hoe beoordeel jij de lesdoelen?

Slide 26 - Mind map

Slide 27 - Slide