Werkcollege 3

• Geschiedenis
• HBO
• Studiejaar 1

Werkcollege 3

Focus: aardrijkskunde

Teken een kaart van:
De route van je ouderlijk huis naar
de middelbare school
en stuur deze in:

Werkcollege 3 - programma

1. Methodes M&M
2. Werken aan visielogboek
3. Focus: aardrijkskunde
4. vakoverstijgende opdracht doen
5. Werken aan visielogboek

Werkcollege 3 - Leerdoelen

Je ebnt bekend met de verschillende lesmethoden M&M 

Je kunt aanwijzen welke vakinhoud terugkomt in de lesmethoden M&M

Je weet (een beetje) wat denken en kijken als een geograaf inhoudt

Je kunt beargumenteren wat de meerwaarde kan zijn van een vakoverstijgende opdracht over de Grote Migratie

Je kunt in je logboek de vraag beantwoorden: kan en wil ik docent aardrijkskunde zijn (binnen het leergebied m&m)?

Je weet welke voorbereiding wordt verwacht voor werkcollege 4

lesmethoden M&M

Wat: Bekijk twee lesmethoden​

​

Hoe 1: Bekijk de inhoudsopgave van de 2 methoden en bespreek wat je opvalt. ​

Welke onderwerpen lijken je betekenisvol voor leerlingen op het vmbo? Waarom?​

​

​

​

​

​

lesmethoden M&M

Wat: Bekijk twee lesmethoden​

​

Hoe 1: Bekijk de inhoudsopgave van de drie methoden en bespreek wat je opvalt. ​

Welke onderwerpen lijken je betekenisvol voor leerlingen op het vmbo? Waarom?​

​

Hoe 2: Bekijk nu een hoofdstuk van een methode: Welke vakken zie je terug in het hoofdstuk? Impliciet of expliciet? ​

Krijgen de vakken evenredig veel aandacht? ​

In welke mate is er sprake van vakkenintegratie?​

Bekijk nu de andere methoden en kijk naar vraag 3, 4 en 5.​

​

​

​

​

Welke werkwijze(n) herken je? ​(denk aan het artikel van van Boxtel)

Wat spreekt je aan? ​

Wat vind je van het idee om per onderwerp een wijze van integratie kiest?​

Wat vraag je je nog af?

VISIEONTWIKKELING - LOGBOEK​

1. Had je een voorkeur voor een bepaalde methode? Wat sprak je daarin aan? ​
   
2. Welke onderwerpen leken je interessant? ​
   
3. Heb je als geschiedenisstudent iets gemist in de M&M lesmethoden? Waarom vind je dit belangrijk voor leerlingen? ​
   
4. Kijkend naar de benaderingen beschreven door Van Boxtel, spreekt een benadering jou aan?​
   
5. Wat vind je van het werken met universele concepten en sleutelvragen zoals Hunt (zie boek Wilschut) voorstelt? Welke concepten spreken jouw aan? ​
   
6. Wat lijken jou voor- en nadelen van vakoverstijgend werken? Denk als docent en als leerling.​
   
7. Welke andere inzichten, vragen of ideeën neem je mee vandaag?​
   

​

(Welke kennis of vragen neem je mee naar de leertaak westen en de wereld?)​

​

Kaarten woningtekort

Dit kan ook de instap zijn, oriënterend, gericht op de inhoud van dit college.

Laat ze naar de kaarten kijken en vraag aan studenten: Wat is het spanningsveld hier? Waarom is dit typisch een geografisch vraagstuk?

Kaart 1 = verwacht woningtekort per provincie

Kaart 2: bij de rode delen worden nu huizen gebouwd

Kaart 3: blauwe gebieden waren voor natuur gereserveerd maar worden nu ook bebouwd (Vervallen EHS = ecologische hoofdstructuur) Groen = definitief natuur geworden, NNN = natuurnetwerk nederland)

Voorbeeld van een actueel, geografisch ruimtelijk vraagstuk. Thema’s zijn: wonen, milieu, natuur, mensen, inkomen. En hier is altijd spanning tussen.

Je kunt direct het geografisch analysemodel laten bekijken. Zoals we bij geschiedenis werken met de stappen van historsich denken en redeneren is dit een geografisch model om beelden te creëren.

Ontstaan – planning en toekomst (oplossing)

Spanning tussen mens en natuur; deze komen elkaar voortdurend tegen

Relaties tussen regio’s

Aspecten vak aardrijkskunde

• Relatie tussen mens en natuur: beiden zijn verantwoordelijk voor de inrichting van gebieden
  
• Kennis van en inzicht in ruimtelijke vraagstukken
  
• Oorzaken bestuderen, maar ook kijken naar mogelijke oplossingen voor de toekomst
  

Je kunt een lesmethode ak erbij nemen en studenten zelf laten zoeken naar voorbeelden

Voorbeelden

Relatie en spanning tussen mens en natuur: wateroverlast, watertekort, leefruimte mensen, leefruimte gewassen en vee/voedsel, waar moet wat komen? Wat is wenselijk voor nu en de toekomst?

Evt Voorbeeld Kaart Sicilie en etna als inleiding op het stellen van van geografische vragen

Wat vragen studenten zich af als ze deze afbeeldingen zien?

Waarom wonen er mensen bij een vulkaan?

Hoe is het om daar bij te wonen?

Is het altijd zo geweest?

Geografische analysemodel 

Joop van der Schee (2000)

Geografisch analysemodel.

Wijs ze er op dat aardrijkskunde meer is dan topo of kaap- en baaileer: dit is hun werkwijze, een methode die je helpt de wereld om je heen beter te begrijpen vanuit geografische principes en concepten.

Benadruk verschil tussen sociale en fysische geografie

aspecten van Aardrijkskunde 

Geografische vragen

Je kunt de lesmethode erbij pakken om voorbeelden op te zoeken

Fysisch en sociaal: Hoe is de aarde zo ontwikkeld? En hoe gaat de mens met de aarde om?

Geografische vragen: 

factor ruimte

Historische vragen: 

factor tijd

Geografisch besef

1. Geografisch wereldbeeld
2. Kennis en inzicht in ruimtelijke vraagstukken
3. geografische benadering

Deze uitleggen,. Je kunt weer een lesmethode erbij pakken om voorbeelden op te laten zoeken.

Streven naar geografisch besef bij leerlingen. Vergelijk met historisch besef: dat heeft bijna iedereen wel. Maar bij ak wordt deze vaardigheden echt getraind.

Lokaal, regionaal, nationaal en internationaal.

Leg geografisch besef uit: Drie onderdelen

-Geografisch wereldbeeld: Algemeen beeld van de wereld met grote klimaatgebieden, verdeling armoede/welvaart, bevolkingsdichtheid enz. Waar is wat? Wat speelt waar?

-Kennis en inzicht in ruimtelijke vraagstukken: milieuproblemen, toenemende droogte, vergroting welvaartverdeling, migratiestromen

-geografische benadering: hoe kom je tot geografische kennis? Dat bestaat uit drie elementen. Met de vragen gaan we aan de slag.

g is voor het PO maar verheldert wel direct de begrippen in het model. (bijv 300 namen topo kennen) Het model wordt ook in het vo gebruikt.

Lesmethoden

Voorbeeld van inhoudsopgave ak: wat komt terug?

Verschil met geschiedenis? Overeenkomsten?

De vragen die bij ak horen komen terug, fysisch en sociaal

Verleden en toekomst

Vaardigheden zoals atlas

Over het boek:

Deze auteur heeft meer dan 1000 interviews gehouden met ooggetuigen en daarna 3 verhalen uitgekozen die representatief waren voor de periode in de grote migratie (er zijn grofweg drie perioden te duiden) en representatief voor de route en bestemming en de ervaringen/

Ze heeft hoofdstukken met de persoonlijke geschiedenissen en hoofdstukken met de grote lijnen.

Wilkerson, Warmth of other suns (2010)

 

Grote lijn boek: 3 perioden, 3 migratiegolvenlijnen en 3 hoofdpersonen die de migratiegolf:

1 Alabama/Arkansas/Mississippi -> Chicago/Detroit met de Illinois Central (mid west):

Ida Mae Brandon Gladney, sharecropper Mississippi naar Chicago in 1937. Wilkerson heeft haar nog ontmoet en is naar het zuiden gereisd om plekken te bezoeken. Second migration

 2 Florida/Georgia -> Washington/New York met de Seaboard Air Line (east coast):

George Swanson Starling : vluchtte na geruchten dat hij gelyncht zou worden, naar New York in 1945, reist met de trein (The Jim Crow Car ) Second Migration

3 Louisiana/Texas -> California, met de Union Pacific (west coast):

Robert Joseph Pershing Foster, meest welvarend en opgeleid tot chirurg, gaat naar California in 1951, reist met de auto

 

Great Migration: tot 1910 woonde 90 % van de African-Americans in het zuiden. Nu nog 57%.

First Great Migration: 1910-1930: 1,6 miljoen, van ruraal naar industrie, werk.

Second Great Migration: 1940-1970: 5 miljoen, ook van stadje naar steden, stedelijke beroepen. Grote concentraties zwarten. Integratie moeizaam, housing discrimination, behielden cultuur zuiden en landbouwsamenleving. Race riots in 1943 in steden als Chicago.

Nu vanaf jaren 70 new migration: weer terug naar zuiden, middle class.

Nu woont meer dan 80% in steden.

Gevolgen: migratie leidde tot creativiteit (Harlem Renaissance), culturele veranderingen (muziek, kunst, literatuur), demografische veranderingen. Makkelijkere organisatie van Civil Rights Movement door het samenleven in steden, makkelijke communicatie.

Gevolg voor het zuiden: paniek en verzet (tegenhouden van treinen, verkoop tickets) want arbeiders vertrokken en soms de beste arbeiders.

Inzichten: immigratie en integratie is een langdurig proces, verschillende manieren van omgaan met de verandering/nieuwe situatie/ omgaan met verleden, herdefiniëring van succes en accomplishments