Literatuur - herhaling begrippen - paragraaf 9.1 - De belofte van Pisa

Literatuur
Cursus 1
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Literatuur
Cursus 1

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
Lesdoel: herhaling literaire begrippen en deze kunnen toepassen op een tekst

- Herhaling begrippen
- Mano Bouzamour
- Tekst klassikaal lezen
- Opdrachten paragraaf 9.1 maken

Slide 2 - Slide

Herhaling theorie
Perspectieven:
  • Alwetend
  • Personaal
  • Ik-perspectief
  • Mengvorm
Onbetrouwbaar perspectief?
Personages:
  • Round character
  • Flat character
  • Type
  • Karikatuur

Slide 3 - Slide

Herhaling begrippen
Spanning:
  • Open plekken
  • Vooruitwijzingen
  • Vorm van a-chronologie
  • Wisseling van perspectief
  • Onbetrouwbaar perspectief
  • Cliffhanger

Slide 4 - Slide

Herhaling begrippen
Chronologie:
  • Flashback
  • A-chronologie
  • Vooruitwijzing
  • Vertraging

Slide 5 - Slide

Herhaling begrippen
Setting:
  • plaats
  • tijd
  • omstandigheden
Functies van de gekozen ruimte:
  • Karakterisering van een personage
  • Sfeertekening
  • Symbolisch

Slide 6 - Slide

Herhaling begrippen
Verhaalmotief: opvallend verhaalelement dat steeds opnieuw terugkomt in het verhaal, hangt samen met het thema

Concreet: letterlijk (bijvoorbeeld servetjes, spiegel)
Abstract: niet letterlijk (angst, eenzaamheid, aftakeling, vriendschap, liefde)

Slide 7 - Slide

Herhaling begrippen
Thema: waarover de schrijver de lezer wil na laten denken
Denk aan de motieven: samen leiden zij tot het thema

Bijvoorbeeld: De angst voor chaos en het verliezen van controle is terecht; niemand ontkomt aan de willekeur van het leven (W.F. Hermans)

Slide 8 - Slide

Welke vier perspectieven zijn er?

Slide 9 - Mind map

Welk perspectief is het meest onbetrouwbaar?
A
ik-perspectief
B
personaal perspectief
C
alwetend perspectief
D
mengvorm

Slide 10 - Quiz

Hoe kan een schrijver voor spanning zorgen in een verhaal?

Slide 11 - Mind map

Wat is een open plek?

Slide 12 - Open question

Een verhaal heeft een a-chronologische volgorde als er veel flashbacks in voorkomen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

De setting bestaat uit plaats, tijd en omstandigheden.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Wat is een verhaalmotief?

Slide 15 - Open question

Een voorbeeld van een concreet verhaalmotief is angst.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Wat is een thema?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Video

Cursus 4 - Paragraaf 9
  • Blz. 179-181
  • Tekst 1 klassikaal lezen
  • Daarna in groepjes (ik deel ze in) opdr. 1 t/m 5 beantwoorden (breakoutrooms)
  • Om de beurt stelt iemand een vraag, degene links van je moet antwoorden
  • Zijn de anderen het met het antwoord eens? Zo ja, schrijf het antwoord op in je schrift. Zo niet? Overleg met elkaar wat wel het antwoord moet zijn en schrijf het dan op.
  • Doel: oefenen met mondelinge vaardigheden -> boekgepsrek
  • Antwoorden invullen in LessonUp -> let op: iedereen vult zijn/haar antwoord in in LessonUp ( slide 20 t/m 24)
  • Huiswerk

Slide 19 - Slide

Vul hier het antwoord op vraag 1 (blz. 178) in.

Slide 20 - Open question

Vul hier het antwoord op vraag 2 (blz. 178) in.

Slide 21 - Open question

Vul hier het antwoord op vraag 3 (blz. 178) in.

Slide 22 - Open question

Vul hier het antwoord op vraag 4 (blz. 178) in.

Slide 23 - Open question

Vul hier het antwoord op vraag 5 (blz. 178) in.

Slide 24 - Open question