Latijn Disco nom en acc herhalen

Latijn
nom en acc herhalen
1 / 28
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Latijn
nom en acc herhalen

Slide 1 - Slide

Welke naamval is voor het O?
A
acc.
B
nom.

Slide 2 - Quiz

Alle groepen

nom. ev.      a                  us          um                  *
acc. ev.        am              um        um                  em
nom. mv.    ae                i              a                      es
acc. mv.     as                 os          a                      es

Slide 3 - Slide

Welke uitgang hoort bij welke naamval?
nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
-ae
-am
-a
-as

Slide 4 - Drag question

Welke uitgang hoort bij welke naamval?
nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
-um
-os
-i
-us

Slide 5 - Drag question

Welke uitgang hoort bij welke naamval?
nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
-um
-a
-um
-a

Slide 6 - Drag question

Welke uitgang hoort bij welke naamval?
nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
-es
-em
-es
*

Slide 7 - Drag question

Bij welke groep hoort...
1. Kijk op de woordenlijst
- mv op -es >> REX
2. Geen mv? kijk naar enkelvoud
- ev op -a >> ROSA
- ev op -um >> BELLUM
- ev op -us >> DOMINUS

Slide 8 - Slide

Bij welk groep hoort DOLUS?
A
rosa
B
dominus
C
bellum
D
rex

Slide 9 - Quiz

Bij welk groep hoort ARBOR?
A
rosa
B
dominus
C
bellum
D
rex

Slide 10 - Quiz

Bij welk groep hoort CURA?
A
rosa
B
dominus
C
bellum
D
rex

Slide 11 - Quiz

... en nog een paar vormen

Slide 12 - Slide

welke vorm is ANIMOS?
A
nom. ev.
B
acc. ev.
C
nom. mv.
D
acc. mv.

Slide 13 - Quiz

welke vorm is DOLOREM?
A
nom. ev.
B
acc. ev.
C
nom. mv.
D
acc. mv.

Slide 14 - Quiz

welke vorm is DONUM?
A
nom. ev.
B
acc. ev.
C
nom. mv.
D
acc. mv.

Slide 15 - Quiz

welke vorm is EQUUM?
A
nom. ev.
B
acc. ev.
C
nom. mv.
D
acc. mv.

Slide 16 - Quiz

welke vorm is AUXILIA?
A
nom. ev.
B
acc. ev.
C
nom. mv.
D
acc. mv.

Slide 17 - Quiz

welke vorm is CENA?
A
nom. ev.
B
acc. ev.
C
nom. mv.
D
acc. mv.

Slide 18 - Quiz

... en nog een paar zinnen

Slide 19 - Slide

Wat betekent de zin: DONUM ARBOR SERVAT?
A
Het geschenk redt de boom.
B
De boom redt het geschenk.

Slide 20 - Quiz

Wat betekent de zin: ARBORES EQUI TANGUNT?
A
De bomen raken het paard aan.
B
De boom raakt de paarden aan.
C
Het paard raakt de bomen aan.
D
De paarden raken de bomen aan.

Slide 21 - Quiz

Wat betekent de zin: AURUM TIMEMUS?
A
Wij zijn bang voor goud.
B
Zij zijn bang voor goud.
C
Goud is bang voor ons.
D
Goud is bang voor hen.

Slide 22 - Quiz

... en nog een keer rijtjes leren

Slide 23 - Slide

Welke uitgang hoort bij welke naamval?
nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
-ae
-am
-a
-as

Slide 24 - Drag question

Welke uitgang hoort bij welke naamval?
nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
-um
-os
-i
-us

Slide 25 - Drag question

Welke uitgang hoort bij welke naamval?
nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
-um
-a
-um
-a

Slide 26 - Drag question

Welke uitgang hoort bij welke naamval?
nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
-es
-em
-es
*

Slide 27 - Drag question

voor de toets:
zorg dat je de rijtjes echt kent
weet waar ze voor dienen
gebruik de woordenlijst
maak de oefentoets
maak zelf oefenstof door de oefentoets aan te passen

vragen? via magistermail

Slide 28 - Slide