Welke vorm ontbreekt hier: locus- loci- ?- locum- loco
A
loci
B
loco
C
locas
D
locos
Slide 5 - Quiz
Welke vorm ontbreekt hier: anni- ?- annis- annos- annis
A
annum
B
annos
C
annorum
D
anno
Slide 6 - Quiz
Welke vorm ontbreekt hier: rex- regis- ?- regem- rege
A
rega
B
rege
C
regi
D
rego
Slide 7 - Quiz
Groep 3 M/V: ev. en mv.
ev
mv
nom
gen
dat
acc
abl
nom
gen
dat
acc
abl
regem
rex
reges
reges
Slide 8 - Drag question
Sleep de woorden naar de goede term
Infinitivus
Nominativus
Accusativus
Dativus
Hele werkwoord
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Slide 9 - Drag question
Het Latijn gebruikt verschillende naamvallen om aan te geven welke functie een woord in een zin heeft. Verbind elke onderstaande functie met de bijbehorende naamval.
Nominativus
Dativus
Accusativus
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Slide 10 - Drag question
timer
1:00
Verbuigings-groep 1
Verbuigings-groep 2
Verbuigings-groep 3
Verbuigings-groep 2 (onzijdig)
Verbuigings-groep 3 (onzijdig)
arbor, arboris (f)
puer, ī (m)
femina, ae (f)
rex, regis (m)
flumen, fluminis (n)
filius, ī (m)
aqua, ae (f)
dōnum, ī (n)
Slide 11 - Drag question
Welke uitgang hoort bij welke naamval?
nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
feminae
feminam
femina
feminas
Slide 12 - Drag question
Welke uitgang hoort bij welke naamval?
nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
servum
servos
servi
servus
Slide 13 - Drag question
Welke uitgang hoort bij welke naamval?
nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
reges
regem
reges
rex
Slide 14 - Drag question
nom ev
acc ev
nom mv
acc mv
nom + acc mv
eas
tu
vos
me
eam
te
ei
is
ea
eum
nos
ego
eos
eae
Slide 15 - Drag question
Schrijf nu het hele rijtje op van bellum, maak een foto en zet die hier.