Herhaling Welvaart & Groei, ROT, GTST en Risico & Informatie

Herhaling Welvaart & Groei, ROT, GTST en Risico & Informatie
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling Welvaart & Groei, ROT, GTST en Risico & Informatie

Slide 1 - Slide

Met de inkomstenbelasting wordt de secundaire inkomensverdeling herverdeeld
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quiz

Het marginale belastingtarief is het belastingpercentage dat je betaalt over je eerstverdiende euro
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quiz

I: Bij nivellering worden de inkomensverschillen groter.
II: hoe hoger de hypotheekrente aftrek hoe groter de nivellering.
A
beiden juist
B
beiden onjuist
C
alleen I juist
D
alleen II juist

Slide 4 - Quiz

Directe belastingen bestaan uit inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

Twee voorbeelden van indirecte belastingen zijn accijns en btw.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

Bij een daling van de gemiddelde belastingdruk stijgt het secundaire inkomen.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

Een daling van de gemiddelde belastingdruk is goed voor de economie.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

Het BBP is de optelsom van alle toegevoegde waarden verdiend in een land. Welke methode is dit?
A
subjectieve methode
B
objectieve methode
C
primaire methode
D
bestedingsmethode

Slide 9 - Quiz

I: Moral Hazard betekent dat verzekerden zich roekelozer gedragen
II: Moral Hazard leidt tot averechtse selectie.
A
beiden juist
B
beiden onjuist
C
alleen I juist
D
alleen II juist

Slide 10 - Quiz

Door averechtse selectie zal de premie stijgen.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

Door loonstarheid zal het inkomen van ZZP'ers minder gevoelig zijn voor conjunctuurschommelingen dan van mensen in loondienst.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Als de nominale uitkeringen meestijgen met de inflatie dan zijn deze welvaartsvast.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

Hoe progressiever een belastingstelsel, hoe groter de denivellering van de secundaire inkomens.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

Bij welvaart in ruime zin wordt er naast de hoogte van het BBP ook gekeken naar bijvoorbeeld de hoeveelheid vierkante meters per inwoner van een land.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

I: De AOW wordt gefinancieerd met het omslagstelsel.
II: Hierbij is sprake van Ruilen Over Tijd.
A
beiden juist
B
beiden onjuist
C
alleen I juist
D
alleen II juist

Slide 16 - Quiz

Bij de AOW is er sprake van intergenerationele solidariteit.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Intertemporele Ruil is hetzelfde als Ruilen Over Tijd. Bij een bedrijfspensioen is hier sprake van.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Een dynamische AOW leeftijd verbetert de betaalbaarheid van de AOW.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Hoe meer risico-avers iemand is, hoe meer die zich zal laten verzekeren.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

Het financieringstekort kan gezien worden als een vorm van uitgestelde belastingheffing.
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quiz

De hypotheekrente is altijd lager dan de rente op consumptief krediet.
A
juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

Als de inflatie hoger is dan de nominale rente is er sprake van een daling van de reele rente.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz