YH4-TH5-BS4

Reflexen & het autonome zenuwstelsel
BS4
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Reflexen & het autonome zenuwstelsel
BS4

Slide 1 - Slide

leerdoelen
  • Je kunt de functie van een reflex en een reflexboog beschrijven
  • Je kunt de werking van het autonome zenuwstelsel beschrijven

Slide 2 - Slide

Begrippen BS4
  • reflex
  • reflexboog
  • reactiesnelheid
  • autonome zenuwstelse
  • orthosympatische zenuwstelsel
  • parasympatische zenuwstelsel
  • innerveren
  • doelwitorgaan
  • dubbele innervatie

Slide 3 - Slide

bewuste reactie
onbewuste reactie
zwaaien
knipperen met oog
ademhalen
niezen
tegen voetbal trappen

Slide 4 - Drag question

Slide 5 - Video

Reflexen zijn vaste (altijd hetzelfde), snelle, onbewuste reacties op bepaalde prikkels. Waarom is het belangrijk dat ze snel zijn?

Slide 6 - Open question

Reflexen zijn vaste (altijd hetzelfde), snelle, onbewuste reacties op bepaalde prikkels. Waarom zijn ze altijd hetzelfde? (Hint: denk na over welke delen van je zenuwstelsel wel en niet betrokken zijn)

Slide 7 - Open question


prikkel

receptor

effector

schakelcel

sensorische neuron

motorische neuron

Slide 8 - Drag question

Er zijn ook reflexen waar je hersenen wel bij betrokken worden. Denk maar aan de reflex als je iets heets aanraakt. Je voelt dan pijn en zegt "au", maar dat is pas nadat je hand alweer weg is. Dit laat zien dat de reflex al voorbij is voordat je hersenen iets doorhebben. Toch is er een goede reden waarom je hersenen wel geïnformeerd worden. Waarom denk je?

Slide 9 - Open question

Autonome zenuwstelsel
  • Onwillekeurige zenuwstelsel: gaat buiten je wil om
  • Verdeeld in orthosympatisch (actie!) en parasympatisch (rust en herstel)
  • Alle doelwitorganen zijn verbonden met een orthosympatische zenuw en een parasympatische zenuw. Dit heet dubbele innervatie
  • Dubbele innervatie zorgt voor homeostase, want elk orgaan kan worden gestimuleerd en geremd

Slide 10 - Slide

Binas 88L
  • orthosympatisch = actie. Hartslag omhoog, adrenaline omhoog, vertering omlaag
  • parasympatisch = rust en herstel. Hartslag omlaag, vertering omhoog

Slide 11 - Slide

Huiswerk
  • Lees blz. 31 t/m 34
  • Maak opgave 29, 30, 32, 33 en 34 uit je boek
  • Beantwoord alle vragen uit deze LessonUp
  • Upload de begrippenlijst met betekenis van BS4

Slide 12 - Slide