Week 16 Voltooid deelwoord en verkleinwoorden
1 / 23
Lesson duration is: 60 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Link
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Verkleinwoorden maak je door
-je, -kje, -pje, -tje of -etje achter het .............. te zetten.
-je, -kje, -pje, -tje of -etje achter het .............. te zetten.
A
lidwoord
B
bijwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
zelfstandig naamwoord
Slide 10 - Quiz
Basis
De volgende verkleinwoorden zijn goed geschreven:
A
geheimpje, koninkje, bankje, stoeltje, tekeningetje
B
geheimpje, koningkje, bankje, stoeltje, tekeningetje
C
geheimpje, koninkje, bangkje, stoeltje, tekeningetje
D
geheimpje, koninkje, bankje, stoeltje, tekeningentje
Slide 11 - Quiz
Korte klanken worden in het verkleinwoord soms lang. Dus de verkleinwoorden van 'glas' en 'pad' worden
A
glasje en padje
B
glaasje en padje
C
glasje en paadje
D
glaasje en paadje
Slide 12 - Quiz
Dus de verkleinwoorden van opa, menu, comité en radio worden ...
A
opa'tje, menu'tje, comité'tje, radio'tje
B
opatje, menutje, comitétje, radiotje
C
opaatje, menuutje, comiteetje, radiootje
Slide 13 - Quiz
'pje
'tje
'etje
'kje
'je
lolly
boom
cake
moskee
koning
wc
bloem
weg
dans
ketting
Slide 14 - Drag question
Wat is het goede verkleinwoord van
bikini?
bikini?
A
bikinietje
B
bikinitje
Slide 15 - Quiz
Wat is het goede verkleinwoord van
accu?
accu?
A
accu'tje
B
accuutje
C
accutje
D
accu-tje
Slide 16 - Quiz
Verkleinwoorden van oma, ski en café zijn goed geschreven bij:
A
oma'tje, skietje en cafeetje
B
omaatje, ski'tje en cafe'tje
C
omaatje, skietje en cafeetje
D
oma'tje, ski'tje en cafeetje
Slide 17 - Quiz
Wat is het verkleinwoord van
koning?
koning?
Slide 18 - Open question
Wat is het verkleinwoord van
bij?
bij?
Slide 19 - Open question
Wat is het verkleinwoord van
jongen?
jongen?
