Thema 3 BS1: Gaswisseling deel 2

O2 bindt aan hemoglobine



HbO2 = oxyhemoglobine

CO2  wordt H+ en HCO3-
H+ bindt aan hemoglobine
HCO3- in bloedplasma
Hb laat O2 los
Veel CO2 in het bloed zorgt voor lage ph
Transport O2
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

O2 bindt aan hemoglobine



HbO2 = oxyhemoglobine

CO2  wordt H+ en HCO3-
H+ bindt aan hemoglobine
HCO3- in bloedplasma
Hb laat O2 los
Veel CO2 in het bloed zorgt voor lage ph
Transport O2

Slide 1 - Slide

Letter B =
A
Bronchie
B
Longblaasje
C
Luchtpijptakje
D
Middenrif

Slide 2 - Quiz

Wat is nr 2?
A
Luchtpijp
B
Middenrif
C
Bronchie
D
Longblaasje

Slide 3 - Quiz

Als je ademt vindt er gaswisseling plaats in de longen. Hierbij gaat er                   vanuit de longblaasjes de rode bloedcellen in en                 vanuit die rode bloedcellen de longblaasjes in. 
Bloed dat naar de longblaasjes toestroomt bevat                  zuurstof en                  koolstofdioxide en heet dus                 bloed. 
Bloed dat van de longblaadjes wegstroomt, bevat                  zuurstof en                 koolstofdioxide en heet dus                 bloed. 
veel
veel
weinig
weinig
zuurstofrijk 
zuurstofarm
zuurstof
koolstofdioxide 

Slide 4 - Drag question

Wat is nr 4?
A
Luchtpijptakje
B
Middenrif
C
Bronchie
D
Longblaasje

Slide 5 - Quiz

Bij welke groep voedingsstoffen hoort
hemoglobine
A
eiwitten
B
vetten
C
koolhydraten
D
vitamines

Slide 6 - Quiz

Thema 3 BS1: Gaswisseling deel 2

Slide 7 - Slide

afgifte uitrekenen
Longslagader: verzadigingspercentage: 94% 
Spieren: verzadigingspercentage 24%
Afgifte: 94-24=70%

Slide 8 - Slide

Longslagader: verzadigingspercentage: 94%
Spieren: verzadigingspercentage 24%
Afgifte: 94-24=70%

Slide 9 - Slide

Verzadigingspercentage (BINAS 83D)

Slide 10 - Slide

Myoglobine
In de spieren zit myoglobine.
Dit bindt bij lage zuurstofspanningen beter aan zuurstof dan hemoglobine.  Dit is handig om in de spieren extra zuurstof over te nemen van Hb. 

Slide 11 - Slide

Foetaal hemoglobine
In ongeboren kind: foetaal hemoglobine dat net iets beter zuurstof bindt dan hemoglobine: kan daardoor in de placenta het zuurstof overnemen van de hemoglobine van de moeder.

Slide 12 - Slide

Temperatuur
Bij een hogere temperatuur verschuift de curve naar rechts.
Bij hogere temperaturen wordt makkelijker zuurstof afgegeven.

Slide 13 - Slide

pCO2
Bij een hogere CO2 concentratie verschuift de curve naar rechts.
Bij meer CO2 wordt makkelijker zuurstof afgegeven.

Slide 14 - Slide

pH
Bij een lagere pH waarde verschuift de curve naar rechts.
In een zuurder milieu wordt makkelijker zuurstof afgegeven.

Slide 15 - Slide

Transport CO2
  • Longhaarvaten opgeloste CO2 vanuit bloedplasma naar alveolaire vocht.
  • Hemoglobine gebonden CO2 en H+ komt vrij.
  • HCO3- vanuit bloedplasma naar rode bloedcellen, vormt H2CO3 met H+ , wordt door koolzuuranhydrase meteen gesplitst in CO2 en H20.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Ademprikkel
Het ademcentrum reageert op prikkels van het lichaam 

Chemoreseptoren in halsslagaders en aorta reageren op:
Hogere CO2 concentratie bloed, 
verlaagde PH, 
zeer lage pO2
ademfrequentie en ademvolume moeten omhoog

Hormonen (zoals adrenaline) beinvloeden ook je ademcentrum.

Rekreceptoren meten de mate van rekking in de longen. Bij het afgeven van een impuls wordt de inademing geremd.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Het langst dat iemand ooit zijn adem ingehouden heeft is
17 min en 4 sec. Dit record werd bereikt door de Amerikaanse illusionist David Blaine.​
Wat zal er tijdens deze 17 min met de pH van zijn bloed zijn gebeurd?
A
de pH steeg
B
de pH daalde

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

BINAS 83D.
Bij welke temperatuur is hemoglobine eerder verzadigd?

A
20 graden
B
30 graden
C
37 graden
D
42 graden

Slide 22 - Quiz

83D. Hemoglobine van een volwassene verschilt iets met die van een ongeboren kind. In je spieren heb je een speciale vorm van hemoglobine: myoglobine.
Welke conclusie kun je trekken uit de tabel rechtsonderin?
A
Myoglobine bindt moeilijker met zuurstof dan hemoglobine
B
Hemoglobine van een ongeboren kind heeft een hogere affiniteit voor zuurstof dan hemoglobine
C
Bij een lage pO2 wordt minder zuurstof afgegeven door hemoglobine dan door myoglobine
D
Geen van alle conclusies.

Slide 23 - Quiz

Zuurstof laat dus makkelijk los van hemoglobine in een ...
A
Relatief warm, licht zuur milieu
B
Relatief koel, licht basisch milieu
C
Relatief koel, licht zuur milieu
D
Relatief warm, licht basisch milieu

Slide 24 - Quiz

Er wordt meer O2 afgegeven door het bloed als het orgaan ...
A
Hoge pO2,, Hoge pCO2, Lage temp
B
Lage pO2, Hoge pCO2, Hoge temp
C
Hoge pO2, Lage pCO2, Hoge osmotische waarde
D
Lage pO2, Lage pCO2, Lage temp

Slide 25 - Quiz

Als de pO2 van de longen lager is dan de pO2 van de haarvaten in de longen dan..
A
gaat er zuurstof naar het bloed
B
gaat er geen zuurstof naar het bloed

Slide 26 - Quiz

Als zuurstof van de lucht in je longen naar je bloed diffundeert, waar is dan een hogere pO2?
A
In de lucht in je longen
B
In het bloed
C
De pO2 is gelijk

Slide 27 - Quiz

Wat is het grootste verschil tussen inademingslucht en uitademingslucht?
A
stijgende pO2
B
stijgende pCO2
C
stijgende pN2
D
stijgende pH2O

Slide 28 - Quiz

Het diagram geeft bij een gewerveld dier het verband weer tussen de partiële zuurstofspanning (pO2 ) van het plasma en de hoeveelheid zuurstof die in het bloed gebonden is aan hemoglobine.
In een orgaan daalt de pO2 van het bloed van 3 kPa tot 1,5 kPa, terwijl de pH daalt van 7,2 naar 7,1.
Hoeveel ml O2 wordt door 100 ml bloed in dit orgaan afgegeven?

A
4
B
5
C
7
D
11

Slide 29 - Quiz

Als de pO2 van de longen lager is dan de pO2 van de haarvaten in de longen dan..
A
gaat er zuurstof naar het bloed
B
gaat er geen zuurstof naar het bloed

Slide 30 - Quiz

In een onderzoek wordt bij een proefpersoon in rust
de hoeveelheid ververste longlucht per uur bepaald.
Het onderzoek wordt uitgevoerd op zeeniveau en
daarna bij deze persoon nogmaals op 5800 meter.
-Stelling 1: Bij een lagere pO2 wordt de gevoeligheid
van de chemoreceptoren voor CO2 groter
-Stelling 2: Bij een lagere pO2 blijft de invloed van de
pCO2 op de hoeveelheid ververste longlucht gelijk
A
Stelling 1 is juist, stelling 2 onjuist
B
stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist
C
Stelling 1 en 2 zijn beide juist
D
Stelling 1 en 2 zijn beide onjuist

Slide 31 - Quiz

Er wordt meer O2 afgegeven door het bloed als de volgende situatie in het orgaan geldt:
A
Hoge pO2, Hoge pCO2, Lage temp
B
Lage pO2, Hoge pCO2, Hoge temp
C
Hoge pO2, Lage pCO2, Hoge osmotische waarde
D
Lage pO2, Lage pCO2, Lage temp

Slide 32 - Quiz

Aan de slag 
8 t/m 15
timer
5:00

Slide 33 - Slide