Plusklas P1A

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Good morning !

Topics for today: 

Comparative & Superlative

Have (got)

Present Continuous

Some / Any

Comparative

We gebruiken deze vorm van het bijvoeglijk naamwoord (Adjective) wanneer we dingen vergelijken. 

"De trap van vergelijking "

"Meneer Dessens is langer dan zijn dochter."

"Mr. Dessens is taller than his daughter."

Comparative

We maken deze vorm op twee manieren:

1 lettergreep: adjective + -er  (taller)

3 lettergrepen of meer: more+adjective (more beautiful)

2 lettergrepen, dan meestal: adjective + -er (easier)

2 lettergrepen, dan soms: more+adjective (more modern)

Superlative

We gebruiken deze vorm van het bijvoeglijk naamwoord (Adjective) wanneer we dingen vergelijken. 

"De overtreffend trap "

"Meneer Dessens is het langste van iedereen."

"Mr. Dessens is the tallest."

Superlative

We maken deze vorm op twee manieren:

1 lettergreep: adjective + -est  (tallest)

3 lettergrepen of meer: most+adjective (most beautiful)

2 lettergrepen, dan meestal: adjective + -est (easiest)

2 lettergrepen, dan soms: most+adjective (most modern)

LINK

Jake's room is .... than Larry's room. (small)

The blue car is ....
than the black car. (nice)

This exercise is ....
than that one. (boring)

His shirt is .....
than his jeans. (dark)

George is ....
than Robert. (funny)

My sister is the ... person in her class. (smart)

We bought the ... house in the city. (expensive)

Math is the ... subject in school. (difficult)

James is the ... boy on the Basketball team. (tall)

Amsterdam is the ... city in the Netherlands. (big)

Have (got)

HAVE = HAVE GOT (bezit)

Ik heb een auto: I have a car= I've got a car.

Verschil wordt alleen duidelijk bij vraagzinnen en ontkennende zinnen doordat je wel of geen extra werkwoord gaat opschrijven om de zin kloppend te krijgen.

I have a car.

I don't have a helicopter.

Do you have a bike?

He has a new phone.

Does she have a brother?

He doesn't have a pet.

I have got a car.

I haven't got a helicopter.

Have you got a bike?

He has got a new phone.

Has she got a brother?

He hasn't got a pet.

Present Continuous

Deze tijdsvorm  gebruiken we wanneer we in de tegenwoordige tijd het willen hebben over een activiteit. Wanneer je wilt praten over iets waarmee je bezig bent of wat je nu aan het doen bent.

In de Present Simple hebben we het vaak over feiten en gewoontes en in de Present Continuous (duurvorm) hebben we het dus over de activiteit.

Present Continuous

De vorm bestaat uit twee werkwoorden:

1. 'to be': am/is/are

2. ww+ing (het hoofdwerkwoord)

"I am writing this sentence."

"She is listening to the teacher."

"They are working on the homework."

Dean ... his friends tonight. (meet)

Bibi ... to school right now. (go)

They ..... friends in Australia. (visit)

We .... our birthdays on the 9th. (celebrate)

I .... a new bike. (get)

Reza ..... a great book at the moment. (read)

Some / Any

Deze woorden hebben dezelfde betekenis en kan je alleen onderscheiden in gebruik door te kijken naar de soort zin.

bevestigende zin : some

ontkennende zin : any

vraagzin : any

vraagzin als verzoek of aanbod : some

Some / Any

I would like some coffee.

I don't have any friends.

Has he got any news from the doctor?

Would you like some water?

Are there ... messages for me?

1. Some
2. Any

You haven't done ... work today.

1. Some
2. Any

I can see a dog, a cat and ... cows.

1. Some
2. Any

There are ... people in the street.

1. Some
2. Any

... reason why you are so sad?

1. some
2. any

My son doesn't like ... vegetables.

1. some
2. any

Can I have ... money for this new game?

1. some
2. any

Have a good day !!