Les 62 - samengesteld woord met een tussen -s of tussen -er

1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

  • Huiswerkcontrole / Nakijken
  • Terugblik
  • Doel
  • Uitleg: hoe weet je of je een tussen -s of een tussen -er moet schrijven?
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Nakijken les 61


Nakijken les 54 opdracht 1 t/m 10 

Slide 3 - Slide

Terugblik

Slide 4 - Slide

Wat zijn onregelmatige werkwoorden?
A
Begint vaak met ge-, be- of ver- en is NOOIT de persoonsvorm.
B
Dat zijn 6 werkwoorden die je moet kennen en anders moet leren.
C
Dat zijn sterke werkwoorden.

Slide 5 - Quiz

Wat is het onregelmatige werkwoord?
Je zult het moeten proberen.

Slide 6 - Open question

Welk onregelmatig werkwoord zit in deze zin?
'Hij heeft zich totaal in de tijd vergist.'
A
Hij
B
heeft
C
tijd
D
vergist

Slide 7 - Quiz

onregelmatige werkwoorden
-werkwoorden waarbij de regels niet gelden
-hebben-zijn-kunnen-zullen-willen- mogen
ik heb-jij hebt- hij heeft- wij hebben
ik ben- jij bent- hij is-wij zijn
ik kan- jij kunt/kan- hij kan- wij kunnen

Slide 8 - Slide

Welk onregelmatig werkwoord zit in deze zin?
'Haar moeder is best wel oud.'
A
Haar
B
is
C
best
D
wel

Slide 9 - Quiz

De slager verkoopt vlees van
twee jarige / tweejarige
koeien
A
twee jarige
B
tweejarige

Slide 10 - Quiz

De lange afstandsloper /
langeafstandloper
loopt met gemak de marathon
A
lange afstandsloper
B
langeafstandloper

Slide 11 - Quiz

Nu niet doen: Vakantie boeken /
vakantieboeken
bij het reisbureau
A
vakantie boeken
B
vakantieboeken

Slide 12 - Quiz

  • Nakijken
  • Terugblik
  • Doel
  • Uitleg: hoe weet je of je een tussen -s of een tussen -er moet schrijven?
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 13 - Slide

Nakijken les 61


Nakijken les 54 opdracht 1 t/m 10 

Slide 14 - Slide

Onregelmatige werkwoorden
willen
hebben
zijn
kunnen
mogen
zullen

Slide 15 - Slide

Wat is het onregelmatige werkwoord?
Je zult het moeten proberen.

Slide 16 - Open question

Vul de persoonsvorm (TT) in met een onregelmatig werkwoord: 'Je .... moe zijn na die lange reis'

Slide 17 - Open question

Wat zijn de onregelmatige werkwoorden?
Als we geluk hebben, is het straks af.
(Let op het zijn 2 werkwoorden)

Slide 18 - Open question

Vul de persoonsvorm (TT) in met een onregelmatig werkwoord: 'Mijn opa ..... je niet horen, hij is doof'

Slide 19 - Open question

Wat is de juiste spelling van het onregelmatige werkwoord 'hebben'?
A
ik heb, jij hebt, hij hebt, wij hebben
B
ik heeft, jij heeft, hij heeft, wij heven
C
ik heb, jij heeft, hij heeft, wij hebben
D
ik heb, jij hebt, hij heeft, wij hebben

Slide 20 - Quiz

Wat is het onregelmatige werkwoord?
Selma zegt boos: 'Zij hebben het ook niet gedaan!'

Slide 21 - Open question

Wat is het onregelmatige werkwoord?
Kim vraagt: 'Mogen we het samen doen?'

Slide 22 - Open question

Wat is het onregelmatige werkwoord?
Misschien wil de leraar ons helpen.

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Zelfstandig werken
Eerst?
Les 62, maken vraag 1 t/m 8 op blz. 128 en 129
Hoe?
Lees nog een keer de uitleg op blz. 128.
Tijd?
Tot einde van de les.
Klaar? 
Stillezen 

Slide 31 - Slide