kars ruben milan boaz elianne stefanie zara franco sem stijn
maël axel rick iris dorien marije levi thomas manoah amare kalijn joëlle
1 / 11
next
Slide 1: Slide
DramaMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2
This lesson contains 11 slides, with text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
docent
kas bram marijn X kirsten merel liv thari
kars ruben milan boaz elianne stefanie zara franco sem stijn
maël axel rick iris dorien marije levi thomas manoah amare kalijn joëlle
Slide 1 - Slide
docent
lucia noor fleur emma lucas anne jan manuel sander
X talitha lucie karst aron h laurens daniel auke heleen lisa
liora sabine manouk renske aron l mark niek bram jeanne iris X
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Ik kan synchroon met iemand samen bewegen.
Ik kan uitleggen wat synchroon is.
Ik kan een manier van bewegen imiteren.
Ik kan geconcentreerd een opdracht uitvoeren.
Slide 3 - Slide
Wie is de leider?
Een bekend spelletje. Eén van de spelers gaat naar de gang. De andere spelers staan in een kring. Er wordt een leider aangewezen. Deze leider maakt herhalende bewegingen, verandert deze bewegingen van tijd tot tijd en de rest van de groep doet de leider na. De speler op de gang komt terug, gaat in het midden staan en probeert in maximaal drie pogingen te raden wie de leider is.
Slide 4 - Slide
Twee rijen
Dit spel lijkt op doorfluistertje, alleen dan met beweging. Kom straks in één lange rij staan, met je neus naar het raam.
Welk team straks het beste de bewegingsreeks kan reproduceren, wint.
Slide 5 - Slide
Spiegelen
1. Spiegelen met één leider en één volger
2. Volger neemt leider over
3. Wie is eigenlijk de leider?
Slide 6 - Slide
Lesdoelencheck
Ik kan synchroon met iemand samen bewegen.
Ik kan uitleggen wat synchroon is.
Ik kan een manier van bewegen imiteren.
Ik kan geconcentreerd een opdracht uitvoeren.
Slide 7 - Slide
Stap naar voren
We maken twee rijen.
Probeer tegelijkertijd, met je hele rij, een stap naar voren te zetten zonder een teken af te spreken.
Concentratie vereist!
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Personages
Ga tegenover iemand staan. Spreek af wie A en wie B is.
A begint met het uitbeelden van een bepaald personage. Deze kies je in het geheim. B spiegelt A, dus doet precies hetzelfde als A. Vervolgens moet B raden wat er werd uitgebeeld.