This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
6.2 Reliëf als klimaatfactor deel 1
Slide 1 - Slide
Planning
Leerdoelen
Plannen
Uitleg §6.2 deel 1
Leerdoelencheck
Aan de slag!
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Aan het einde van de les ken je:
de kenmerken van het reliëf van Europa
het verband tussen het reliëf en de temperatuur
Slide 3 - Slide
Plannen
WB §6.2
1 t/m 5 (blz. 110/111)
Slide 4 - Slide
Benodigde voorkennis
Je weetdat hoe hoger je gaat hoe kouder het
wordt.
Je kunteen klimaatgrafiek aflezen
Je weethoe neerslag ontstaat
Je weet het verschil tussen hoogte- en
breedteligging
Slide 5 - Slide
Tropen:
gematigde zone:
Poolstreken:
Combineer de luchtstreken met de juiste breedtecirkels.
De temperatuurzones op aarde noem je de luchtstreken. Bij deze vraag gebruiken we de breedtecirkels als begrenzing van de verschillende temperatuurzones.
Tussen 23½° en 66½°
Vanaf 66 ½ °
Tussen de 23 ½ ° N.B. en 23 ½ ° Z.B.
Slide 6 - Drag question
Hoe hoog is de hoogste berg van Europa (de Mont-Blanc?)
A
3808m
B
4808m
C
5808m
D
6808m
Slide 7 - Quiz
Reliëf en vorm van Europa
Hoogste gebergte van Europa = de Alpen.
De Mont Blanc is 4808m hoog
Ter vergelijking de Mount Everest is 8848m
Slide 8 - Slide
Hooggebergte
1500+ (Alpen)
Slide 9 - Slide
Reliëf = Hoogteverschil
Slide 10 - Slide
weinig reliëf
veel reliëf
Slide 11 - Slide
Hoog, maar weinig reliëf.
Hoog, en veel reliëf.
Slide 12 - Slide
Wat is een schiereiland?
A
Het is bijna een eiland, het zit op een klein stukje vast aan het vasteland
B
Het eiland waar scheren uitgevonden is (schier is Spaans voor scheren)
C
Alleen skere (schiere) mensen wonen hier, weinig geld, lelijke huizen, alles skeer
D
Een eiland waar, door de vorm van de kust, veel erosie aanwezig is
Slide 13 - Quiz
vorm van Europa
Slide 14 - Slide
De vorm van Europa
Europa is een schiereiland: aan 3 kanten zee
Binnen Europa zijn er verschillende schiereilanden
Europa heeft grote inhammen, de zee is nooit ver weg
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
ook een schiereiland?
Slide 17 - Slide
Hoogtegordels
eeuwige sneeuw (gletsjers)
1
rotsgordel
2
weiden
3
herhaling!
Slide 18 - Slide
Zet in de juiste volgorde,
van hoog naar laag.
1 2 3 4 5
herhaling!
Slide 19 - Slide
Van hoog naar laag
Slide 20 - Mind map
Temperatuur en hoogte
Per 100 meter stijgen
daalt de temperatuur
met 0,6 graden.
Ofwel... per 1000 meter
stijgen daalt de
temperatuur met 6 graden.
Slide 21 - Slide
Bijvoorbeeld
1000 m stijgen = 6°C minder
In de almweiden is het 10 graden. Je stijgt 1500 meter naar de mossen en korstmossen. Wat is de temperatuur daar?
Slide 22 - Slide
1000 m stijgen = 6°C minder
In de almweiden is het 10 graden. Je stijgt 1500 meter naar de mossen en korstmossen. Wat is de temperatuur daar?
Slide 23 - Mind map
In een dal is het 20 graden, je stijgt 200 meter. Hoeveel graden is het daar?