Argumenteren - argumentatiestructuur en argumentatieschema

Argumenteren - argumentatiestructuur en argumentatieschema
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Argumenteren - argumentatiestructuur en argumentatieschema

Slide 1 - Slide

Planning
Kennis ophalen
Uitleg argumentatiestructuren en -schema's
Opdrachten maken
Afsluiting

Slide 2 - Slide

Doel
Je kunt argumenten invullen in een argumentatiestructuur.
Je weet welke argumentatieschema's er zijn.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide


A
kenmerk of eigenschap
B
nadeel
C
vergelijking
D
voorbeeld

Slide 7 - Quiz


A
autoriteit
B
oorzaak en gevolg
C
voor- en nadelen
D
voorbeelden

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Ik ga dan ook niet stemmen bij de volgende verkiezingen. 
Politici zijn niet te vertrouwen
ze hebben immers allemaal hun eigen belangen voorop staan. 
Bovendien ben ik dan op wereldreis. 

Slide 14 - Drag question

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

(want) Het levert een brandstofbesparing op van van rond de 10 %

We zijn voorstander van een maximumsnelheid voor het autoverkeer.

En daarnaast is een aanzienlijke daling van het aantal verkeersslachtoffers te verwachten

En laten we ook het verschijnsel zure regen niet vergeten

(Zoals) Dit bleek in Zweden ook

Slide 17 - Drag question

Slide 18 - Slide

Aan de slag
Lees eerst de theorie over drogredenen op pagina 233-234.
Maak opdracht 4 + 5 van Blok 3 Lezen uit Op Niveau. 
Klaar? Kijk je opdracht na en ga door 

Slide 19 - Slide

Afsluiting
Maak de opdrachten voor vrijdag af en kijk ze na. 

Slide 20 - Slide