This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Schrijf op!
Slide 1 - Slide
A. De meeste docenten spreken niet zo goed Engels. B.Het is beter om op het hbo de lessen in het Nederlands te geven.
A
standpunt
B
standpunt
C
Slide 2 - Quiz
A. Opstappen op een herenfiets is moeilijker dan op een damesfiets. B. Voor de stevigheid van het frame is een stang ook niet meer nodig: C. de klassieke herenfiets zal daarom verdwijnen.
A
standpunt
B
standpunt
C
standpunt
Slide 3 - Quiz
Waaruit bestaat een argumentatie?
Wat is een argumentatiestructuur?
Waar kan je argumentatiestructuren vinden?
Slide 4 - Slide
Teken op je bordje:
Een argumentatiestructuur met :
1. Een standpunt
2. Twee onderschikkende argumenten
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Teken op je bordje:
Een argumentatiestructuur met :
1. Een standpunt
2. Twee nevenschikkende argumenten
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Nederlandse scholieren zitten gemiddeld ruim drie uur per dag op hun telefoon. Veel jongeren zijn verslaafd aan hun telefoon. Telefoons voor jongeren zouden verboden moeten worden.
Is dit een argumentatiestructuur met onderliggende of nevenschikkende argumenten?
Teken de structuur en vul in.
Slide 9 - Slide
Telefoons voor jongeren zouden verboden moeten worden.
Veel jongeren zijn verslaafd aan hun telefoon.
Nederlandse scholieren zitten gemiddeld ruim drie uur per dag op hun telefoon.
Slide 10 - Slide
Zet de volgende argumentatie in een blokjesschema.
Onderschikkende argumentatie met nevenschikkende argumenten.
Slide 11 - Slide
Peter heeft de verwarming
bijna nooit aan.
Bovendien is het in zijn huis erg vochtig.
Ik ga het liefst maar kort bij hem (Peter) op bezoek.
Slide 12 - Slide
Maak opdracht 1 blz 198
Klaar? opdracht 4.
Slide 13 - Slide
Lees de theorie 'argumentatieschema's'
maak opdracht 1+2
Slide 14 - Slide
Ik vrees dat de leerkrachten in het basisonderwijs niet de gewenste loonsverhoging zullen krijgen, want de leraren op de middelbare scholen kregen het ook niet.
A
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
Argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
C
Argumentatie op basis van vergelijking
D
Argumentatie op basis van voor- en nadelen
Slide 15 - Quiz
Het is gezond om twee keer in de week vis te eten. Dat bleek uit een onderzoek van afgelopen januari.
A
Argumentatie op basis van voorbeelden
B
Argumentatie op basis van vergelijking
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
Slide 16 - Quiz
De Amerikanen kozen voor Trump en de Engelsen voor de Brexit: 2016 was een opmerkelijk jaar.
A
Argumentatie op basis van voorbeelden
B
Argumentatie op basis van vergelijking
C
Argumentatie op basis van autoriteit
D
Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
Slide 17 - Quiz
De maximumsnelheid moet omlaag. Dat levert minder verkeersslachtoffers op en het is goed voor het milieu.
A
Argumentatie op basis van voor- en nadelen
B
Argumentatie op basis van autoriteit
C
Argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
Argumentatie op basis van voorbeelden
Slide 18 - Quiz
huiswerk maandag:
maak opdracht 4 + 5 blz 207-208
lees theorie 'drogredenen'
Slide 19 - Slide
Jongeren leren het beste omgaan met social media wanneer hun ouders meekijken
Slide 20 - Slide
Bedenk een argument
voor en tegen.
Slide 21 - Slide
Ouders mogen hun kind niet helpen met huiswerk
Slide 22 - Mind map
Bedenk een weerlegging
Slide 23 - Mind map
Jongeren leren het beste omgaan met social media wanneer hun ouders meekijken