Vergaderen 1

• Economie
• MBO
• Studiejaar 1-3

Vergaderen en overleggen: het werkoverleg

Waar denk jij aan
bij het woord
'vergaderen'?

Lesdoel

Je neemt actief deel aan een werkbespreking

Wat gaan we doen?

• Uitleg over vergaderen, doelen, rolverdeling 
• Voorbereiden van twee onderwerpen
• In groepjes vergaderen
• Evalueren vergadering

Werkoverleg/ vergaderen

Werkoverleg

• Werkzaamheden bespreken of afstemmen
  
• Regelmaat
  
• Mensen die samenwerken
  
• Voorzitter
  
• Besluitenlijst of notulen
  
• Agenda

Agenda

• Opening
• Verslag of actiebesluitenlijst vorig werkoverleg
• Mededelingen en ingekomen/uitgaande stukken
• Inhoudelijke agendapunten:
  

        a. ………
        b. ………
        c. ………

• Wat verder ter tafel komt (w.v.t.t.k.);
  
• Rondvraag

Rollen

Voorzitter

Tijdsbewaker

Notulist

Deelnemers

Voorzitter

Notulist

Doel

Agenda opstellen

Spreektijd verdelen

Tijd bewaken

Tijd bewaken

Samenvatten

Verslag maken

Opstellen notulen

Versturen notulen

Verslaglegging

Voorzitter

- behandelt de onderwerpen volgens de agenda

-Zorgt dat iedereen aan het woord komt

- Zorgt ervoor dat men elkaar laat uitspreken

- Zorgt ervoor dat er niet te ver van het onderwerp afgeweken wordt

- Vat de belangrijkste dingen samen

Tijdsbewaker

Houdt de tijd tijdens de vergadering in de gaten. 

Wordt er te lang over één onderwerp gesproken, dan grijpt de tijdsbewaker in.

Notulist

• Maakt aantekeningen;
• Werkt deze aantekeningen uit in een verslag;
• Vraagt na als dingen niet volledig duidelijk zijn;
• Ondersteunt eventueel de voorzitter bij het bewaken van de discussie.

Deelnemers

• Nemen actief deel
• Geven kort hun inbreng (informatie, mening)
• Ondersteunen de andere groepsleden bij hun taken.

Welke vergaderdoelen ken je?

Vergaderdoelen

• informatieoverdracht
• meningsvorming
• besluitvorming
• problemen oplossen
• taakverdeling
• motiveren

Besluitvorming

• Doel besluit nemen
  
• Zijn er alternatieven?
  
• Hoe gaan we stemmen?
  
• Welk percentage is nodig?
  
• Hoe stemmen?
  

Inrichten van ruimtes en verzorgen van catering

Ruimte ingericht in carré vorm: wat is het voordeel?

Wat zijn de voor- en nadelen van de diverse opstellingen? 

Groepsindeling

We maken groepen van 5 - 6 studenten

Onderwerp

Een ondernemer wil graag starten met koopzondagen. Samen met zijn medewerkers moeten ze tot een besluit komen: Gaan jullie wel/niet open op zondag?

Deelonderwerpen:

• Welke openingstijden hanteer je?
• Hoeveel bezetting is er nodig op zondag?
• Hoe ga je hierin rouleren?
• Wat betekent dit voor de bezetting op andere dagen?

De opdracht:

1. Verdeel de rollen (Voorzitter, notulist, tijdbewaker, deelnemer) 
   
2. Maak een vergaderagenda.
3. Neem allemaal een standpunt in, verzamel informatie.
4. Voer het overleg uit. 
5. Controleer samen de notulen. Hier in staat wie wat heeft ingebracht en welk besluit er genomen is. 

Opdracht deel 1: voorbereiding

1. Verdeel de rollen (Voorzitter, notulist, tijdbewaker, deelnemers) 
   
2. Maak een vergaderagenda en bepaal tijdsduur per agendapunt
3. Neem allemaal een standpunt in, verzamel zelf de informatie die je nodig hebt om jouw standpunt te verdedigen/ 

       voor- en nadelen van het voorstel.

Opdracht deel 2: uitvoering

1. De voorzitter opent de vergadering, neemt agenda door.
2. Voer het overleg uit. 
3. De notulist maakt aantekeningen.
4. De tijdbewaker houdt de tijd in de gaten (totaal maximaal 15 minuten)
5. Voorzitter sluit de vergadering
6. Controleer samen de notulen. Hier in staat wie wat

        heeft ingebracht en welk besluit er genomen is. 

Opdracht deel 3: Nabespreken

• Hoe verliep het overleg?
• Zijn jullie tot een besluit gekomen?
• Is iedereen (voldoende) aan het woord geweest?
• Hoe heeft iedereen zijn rol ervaren?
• Wat ging goed? Wat kan beter? 

Wat vond je van deze les?

0100

H2  Leiderschapsstijlen

2.4. Leiderschap volgens Lewin, Lippitt en White

Manier van leidinggeven wordt bepaald door de mate van beslissingsruimte die de manager geeft.

Basisstijlen zijn:

• Autoritair leiderschap > leider die het voor het zeggen wil hebben
• Democratisch leiderschap > leider die de mening van meerderheid volgt
• Participerend leiderschap > leider luistert naar zijn teamleden
• Laissez faire leiderschap > leider neemt geen leiding (verantwoordelijkheden)