What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Spelling 2 van alles
IEP spelling
1 / 14
next
Slide 1:
Slide
Taal
Basisschool
Groep 8
This lesson contains
14 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
IEP spelling
Slide 1 - Slide
In welke zin zijn alle woorden goed gespeld?
A
Het woningkje zag er luxueus uit.
B
Het woninkje zag er luxueus uit.
C
Het woningkje zag er luxieus uit.
D
Het woninkje zag er luxieus uit.
Slide 2 - Quiz
In welke zin zijn alle woorden goed gespeld?
A
Daargins zie ik een schuttinkje.
B
Daarginds zie ik een schuttinkje.
C
Daargins zie ik een schuttingkje.
D
Daarginds zie ik een schuttinkje.
Slide 3 - Quiz
In welke zin zijn alle woorden goed gespeld?
A
Door het dragen van de blinddoek ben ik tijdelijk visueel gehandicapt.
B
Door het dragen van een blinddoek ben ik visuweel gehandicapt.
C
Door het dragen van de blinddoek ben ik tijdelijk visueel gehandicapt.
Slide 4 - Quiz
In welke zin zijn alle woorden goed gespeld?
A
Door het dragen van de blindoek ben ik tijdelijk visueel gehandicapt.
B
Door het dragen van een blinddoek ben ik visuweel gehandicapt.
C
Door het dragen van de blinddoek ben ik tijdelijk visueel gehandicapt.
D
Door het dragen van een blindoek ben ik visuweel gehandicapt.
Slide 5 - Quiz
Gebruik de vt van kopen:
Vorige week ............ ik elke dag een ijsje.
Slide 6 - Open question
In welke zin zijn alle woorden goed gespeld?
A
In ben abonee van een tijdschrift.
B
Ik ben abonnee van een tijdschrift.
C
Ik ben abbonnee van een tijdschrift
Slide 7 - Quiz
Vul het meervoud in:
Mijn vader verzamelt oude ........ (horloge)
Slide 8 - Open question
Achter welk woord moet een vraagteken:
kun je misschien helpen met het sjouwen van dozen met boeken dan gaat het sneller
Slide 9 - Open question
Welk woord hoort op de lege plek:
Houd jij ook zo van
A
pannenkoeken
B
pannekoeken
Slide 10 - Quiz
Welk woord hoort op de lege plek:
Daarvan word je
A
berensterk
B
beresterk
Slide 11 - Quiz
Welk woord hoort op de lege plek:
Wat heeft opa op zijn .....
A
boodschappelijstje
B
boodschappenlijstje
Slide 12 - Quiz
Waar staan de leestekens en hoofdletters goed?
A
"Hoi," lachte Sjoerd, "Dit is gaaf."
B
"Hoi lachte Sjoerd, dit is gaaf."
C
"Hoi, lachte Sjoerd, "dit is gaaf."
D
"Hoi," lachte Sjoerd, "dit is gaaf."
Slide 13 - Quiz
Achter welk woord moet de punt staan:
De oppas trok veel te hard aan het gordijn dat niet wilde sluiten daardoor viel het op de grond
A
hard
B
gordijn
C
sluiten
D
het
Slide 14 - Quiz
More lessons like this
Lockdown WW spelling deel 4
December 2020
- Lesson with
22 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
Spelling 4, 5 en 6
February 2022
- Lesson with
23 slides
Other languages
Secondary Education
Zaterdag 18 mei 2024 - herhaling spelling en werkwoordspelling
May 2024
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Secondary Education
Taalverzorging Iep
February 2021
- Lesson with
22 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Taalverzorging Iep
5 days ago
- Lesson with
22 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Les 1
January 2024
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 8
Herhalingsles Nederlands 4
January 2021
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Voorbereiding toets spelling
December 2022
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2