4.5 De hefboomwet (opg.26-28)

4.5 De hefboomwet
ook wel: momentenwet

(SO Momenten op donderdag 25 maart op school)
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

4.5 De hefboomwet
ook wel: momentenwet

(SO Momenten op donderdag 25 maart op school)

Slide 1 - Slide

Wanneer knip je een tak gemakkelijker door?
A
bij A
B
bij B

Slide 2 - Quiz

De kracht bij B is groter dan de kracht bij H. Schat hoeveel groter.
A
2x
B
3x
C
5x
D
10x

Slide 3 - Quiz

Wanneer geldt voor een voorwerp de hefboomwet?

Slide 4 - Open question

Opgave 26
  • Fs linksom, Fz rechtsom
  • Brugdek staat stil dus geldt: Mrechts = Mlinks
  • De arm van Fs is groter dus is de kracht kleiner dan Fz

Slide 5 - Slide

26d. Waar grijpt de derde kracht op het brugdek aan?
A
C
B
D
C
E
D
Z (zwaartepunt)

Slide 6 - Quiz

26d. Welke kant werkt de derde kracht op het brugdek op?
A
Omhoog
B
Omlaag
C
Rechts omhoog
D
Links omlaag

Slide 7 - Quiz

Opgave 27
  • Zoek draaipunt D
  • Meet de armen op
  • Teken FA volgens de verhouding van de armen kleiner dan Fz
  • In punt B is de arm kleiner: moet ze harder duwen.

Slide 8 - Slide

27c. Vergeleken met recht omhoog moet ze in deze richting
A
harder duwen
B
minder hard duwen
C
hetzelfde duwen
D
meer gegevens nodig

Slide 9 - Quiz

Opgave 28
  • Optillen met constante snelheid: Ftil = Fz
  • Ftil = 50 . 9,81 = 4,9 . 102 N
  • Draaien om D vereist slechts de helft van Fz omdat de arm tweemaal groter is.

Slide 10 - Slide

Huiswerk
Opgaven 29-31

Slide 11 - Slide