Les 10 - Warhol (AA,A)

Welkom

  • Jas aan de kapstok
  • Telefoon in de bak
  • Kauwgom in de prullenbak
  • Leg een pen/potlood klaar

Ga rustig zitten.

1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom

  • Jas aan de kapstok
  • Telefoon in de bak
  • Kauwgom in de prullenbak
  • Leg een pen/potlood klaar

Ga rustig zitten.

Slide 1 - Slide

Verwachtingen

Voor de les:
  • Je neemt altijd een pen/potlood mee naar de les.
Tijdens de les:
  • Luisteren we naar elkaar;
  • Werken we rustig alleen of samen;
  • Doe je actief mee;
  • Ben je verantwoordelijk voor je eigen gedrag;
  • Mag je altijd om hulp vragen als het even niet lukt.

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Voorspellen en voorkennis aanzetten
  • Filmpje kijken
  • Woordenschat
  • Actief lezen van de tekst
  • De sleutelvragen maken 
  • Oefenvragen maken bij deze tekst (de toets is volgende week)
  • Afsluiting

Slide 3 - Slide

Terugblik


Hoe ging de vorige les?
De les ging beter. Er is beter gewerkt.
Iedereen werkt voor zichzelf en aan zijn eigen doel. 

Hoe is het werk gemaakt?
  • Onvoldoende, Voldoende of Goed
  • Gebruik woorden/stukjes uit de tekst in je antwoord. 
  • Meerkeuzevragen altijd terug lezen in tekst!


Slide 4 - Slide

Voorspellen

Wie staan er op deze schilderijen?

Slide 5 - Slide

Voorspellen

Wat was het nieuws?

Slide 6 - Slide

Voorspellen

Welke van deze 2 zijn gestolen
denk jij?

Slide 7 - Slide

Lesdoel
Ik kan:
  • de tekst actief lezen met hulp van de sleutelvragen.
  • me inleven in verschillende personen uit in de tekst (standpuntenschema)(A). 
  • oefenen met meerkeuzevragen bij de tekst.
  • Het onderwerp vanuit verschillende perspectieven bekijken (B).

Ik weet:
  • van de kunstroof in Oisterwijk.
  • iets meer over Andy Warhol, zijn werk en de kunststroming popart. 
  • dat beschadigingen de waarde van een kunstwerk beïnvloeden.



Slide 8 - Slide

Jeugdjournaal
We kijken naar het filmpje van het Jeugdjournaal.

Slide 9 - Slide

Opdracht 2
timer
8:00

Slide 10 - Slide

Verwijswoorden
In sommige zinnen staat een verwijswoord.
Bijvoorbeeld:
hij, zij, die, dat, het, daar, dan

Je kunt een ander woord uit de tekst op die plek invullen.


Slide 11 - Slide

Verwijswoorden A
. In regel 32 staat:
De werken zijn onverkoopbaar.
Waarnaar verwijst De werken?


A. naar ‘de twee gestolen portretten’ (regel 30)
B. naar ‘kunstwerken’ (regel 31)
C. naar ‘die van Beatrix en Twala’ (regel 36)

Slide 12 - Slide

Verwijswoorden AA
Lees regel 36 en 37
 Daar staat: Maar die pasten niet
samen in de auto.

Wie of wat wordt bedoeld met die?
A . de dieven (regel 34)
B . de vier schilderi jen (regel 36)
C . de li js ten (regel 39)

Slide 13 - Slide

Lezen
Niveau AA - leest zelfstandig de tekst
Je laat de tekst voorlezen.

Niveau A - leest zelfstandig de tekst
Je leest zelf de tekst en onderstreept moeilijke woorden en belangrijke stukjes.

Slide 14 - Slide

Woordenschat
Bespreek het woord eerst samen met je buurman/buurvrouw. 
Klassikaal: Wie denken te weten wat het betekent?

Slide 15 - Slide

Aan de slag 
Niveau A: Zelfstandig 
Opdracht 1: Sleutelvragen maken op een apart lijntjesblaadje.
Let op: Nummer de vragen goed en zoek je antwoord op in de tekst!
Opdracht 3 - Oefenvragen maken (Volgende week maken we de toets)

Klaar?
  • Woordenschat online maken.

Vragen stellen kan als ik bij je langskom! Zachtjes werken!

Slide 16 - Slide

Afsluiting
Hoe heb jij gewerkt?

Tips voor de volgende keer?
Dan maken we de toets

Tops van deze les?



Slide 17 - Slide