Let op: toets op donderdag 6 april! (Woordenschat H3 + H5, Spelling H4 + H5)
Slide 2 - Slide
Spelling H5
Leerdoel van deze les:
Ik weet hoe ik komma's, dubbele punten, aanhalingstekens en puntkomma's moet gebruiken.
Slide 3 - Slide
Spelling H5 - lastige leestekens
Leestekens helpen bij het lezen van een tekst. Wanneer gebruik je leestekens?
Komma: geeft een rust in de zin aan.
voor of na een aanspreking: Maud, wil je mij de boter aangeven?
tussen de delen van een opsomming: Morgen ga ik fietsen, wandelen en zwemmen.
tussen twee persoonsvormen: Omdat de kraan al een tijdje lekt, heb ik de loodgieter gebeld.
tussen de hoofdzin en een bijzin, als de delen lang zijn: Joppe gaat naar Frankrijk op vakantie, omdat hij van het weer houdt.
voor en achter een bijstelling: Pablo Picasso, de beroemde schilder, overleed in 1973.
Slide 4 - Slide
Spelling H5 - lastige leestekens
Dubbele punt: kondigt iets aan.
een citaat (directe rede): De jongen vroeg: 'Waar is het zwembad?'
een gedachte: Toen Lara naar buiten keek, dacht ze: ik wacht wel tot de bui over is.
een opsomming: Alinda leest van alles: romans, thrillers en stripboeken.
een uitleg of toelichting: Helaas gaat de picknick morgen niet door: het wordt slecht weer.
Puntkomma:
tussen hoofdzinnen die sterker met elkaar samenhangen dan losse zinnen: Sep heeft een bijbaantje in het zwembad; hij wil later badmeester worden.
de afsluiting van de onderdelen van lange opsommingen die onder elkaar staan. Het laatste onderdeel krijgt als afsluiting een punt.
De opdracht is als volgt:
- kies een boek;
- schrijf een samenvatting;
- presenteer de samenvatting.
Slide 5 - Slide
Spelling H5 - lastige leestekens
Aanhalingstekens:
bij citaten:
'Ik kan vanavond niet mee', zei Anton. 'Ik moet werken.' 'Als je meedoet met het toernooi,' vertelde Colin, 'moet je je wel opgeven.' 'Fiets jij mee?', vroeg Dieke aan Cas.
als het woord zelf bedoeld wordt en niet de betekenis: Het woord 'ijs' doet me aan de zomer denken.
als het woord op een speciale manier gebruikt wordt: De agent zei dat hij die 'lieve jongen' wel zou inrekenen.
Slide 6 - Slide
Pak een blaadje en een pen
Op de volgende slides staan zinnen waarin hoofdletters en leestekens ontbreken. Neem de zinnen over en gebruik de leestekens correct.
Slide 7 - Slide
1. bij de griek hebben ze lekker eten souflaki gyros en tzaziki
2. jan gaat solliciteren bij het zwembad hij wil badmeester worden
3. marie roept kijk uit een auto
4. heb jij je huiswerk gemaakt vroeg rick aan karin
timer
5:00
Slide 8 - Slide
1. bij de griek hebben ze lekker eten souflaki gyros en tzaziki
Bij de Griek hebben ze lekker eten: souflaki, gyros en tzaziki.
Slide 9 - Slide
2. jan gaat solliciteren bij het zwembad hij wil badmeester worden
Jan gaat solliciteren bij het zwembad; hij wil badmeester worden.
Slide 10 - Slide
3. marie roept kijk uit een auto
Marie roept: 'Kijk uit, een auto!'
Slide 11 - Slide
4. heb jij je huiswerk gemaakt vroeg rick aan karin
'Heb jij je huiswerk gemaakt?', vroeg Rick aan Karin.