Les 06-01 2HA

1 / 15
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?


1. terugblik op gisteren 
2. Woordvolgorde in het Frans
3. Terugblik Frans lessen afgelopen week
4. Bron G (phrases-clés et parler) 

Slide 2 - Slide

Zijn er nog vragen of opmerkingen met betrekking tot leesvaardigheid van gisteren?

Slide 3 - Slide

Les hauts
Les bas
Les accessoires
Un polo
Un jean
Un pantalon
Une jupe
Une chemise
Une veste
Un pull
Une écharpe
Un sac
Un chapeau

Slide 4 - Drag question

Slide 5 - Slide

Woordvolgorde in het Frans
Algemene regel: onderwerp + werkwoord(en) + lijdend voorwerp + meewerkend voorwerp

Slide 6 - Slide

Voorbeeld
Met 1 werkwoord:
Elle | cherche | un cadeau | pour Benjamin 
Met 2 werkwoorden:
Elle | a | cherché | un cadeau | pour Benjamin 

Onderwerp | werkwoord(en) | lijdend voorwerp | meewerkend voorwerp

Slide 7 - Slide

Lijdend voorwerp vervangen door een pers. vnw (in dit geval le/la/l'/les). 
Met 1 werkwoord komt het pers. vnw. voor het werkwoord:

Tu | déteste | la robe ?
Tu | la | déteste ?

Persoonlijk voornaamwoord

Slide 8 - Slide

Lijdend voorwerp vervangen door een pers. vnw (in dit geval le/la/l'/les). 
Met 2 werkwoorden komt het pers. vnw. voor de persoonsvorm OF voor het hele werkwoord: 
Tu | as | donné | un cadeau 
Tu | l' | as | donné 
--
Tu | veux | acheter | le pantalon
Tu | veux | l' | acheter ?

Persoonlijk voornaamwoord

Slide 9 - Slide

Zet de volgende woorden in de juiste volgorde:
aimes | le | tu | pantalon | Lynn | de | ?

Slide 10 - Open question

Zet de volgende woorden in de juiste volgorde:
acheter | elle | chaussures | les | veut

Slide 11 - Open question

Zet de volgende woorden in de juiste volgorde:
vincent | short de bain | à | a | elle | donné | le

Slide 12 - Open question

Noem een tip en top over de digitale (Frans) lessen van de afgelopen week.

Slide 13 - Open question

Opdracht voor maandag
Bron G, opdracht 29: Werk in tweetallen twee dialogen uit zoals het voorbeeld. Doe dit samen met je buurman/buurvrouw volgens de plattegrond. Voer deze dialogen samen uit en film dit (dit kan bijvoorbeeld in een vergadering van Teams die je opneemt). Zorg dat de twee dialogen gevoerd worden en dat je zowel rol A als rol B gedaan hebt. Lever het videomateriaal vervolgens in via Magister opdrachten. Doe dit uiterlijk zondag voor 20:00. 

Slide 14 - Slide

Huiswerk nakijken in tweetallen (source B, lire)
Vergelijk in tweetallen de antwoorden van opdracht 10ABC. Wanneer jullie antwoorden niet overeenkomen, zoeken jullie gezamenlijk in de tekst het juiste antwoord. Kom je er nog niet uit? Bewaar dan jullie vraag voor later. 

Slide 15 - Slide