3 kader - grammatica thema 2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Grammatica thema 2

Welke grammatica heb je
geleerd in thema 2?

Grammar 4

Voorzetsels van beweging

prepositions of direction

Voorzetsels van beweging

• Geven aan in welke richting iets of iemand zich beweegt.
  
• Uit je hoofd leren.
  

Grammar survey 19 geeft je alle woorden die je moet leren. 

(pagina 142 in je tekstboek)

across - over

after - achterna

along - langs

alongside - gelijk op met

around - om ... heen

down - naar beneden

into - in

off - van ... af

onto - op

out of - uit

over - overheen

past - voorbij

round - rond

to - naar

through - door

towards - naar ... toe

up - naar boven

He got ... the car. (in)

I go ... school by bike. (naar)

Tom needs to get ... bed. (uit)

You have to go ... this street. (naar de overkant)

The cat jumped ... the roof. (op)

across - over

after - achterna

along - langs

alongside - gelijk op met

around - om ... heen

down - naar beneden

into - in

off - van ... af

onto - op

out of - uit

over - overheen

past - voorbij

round - rond

to - naar

through - door

towards - naar ... toe

up - naar boven

Grammar 5

Hulpwerkwoorden (modals):

should, must, have to

hulp werkwoorden

• Should (not) + ww   
  Als jij vindt dat iets (niet) zou moeten.  
• Must (not) + ww 
  Als jij vindt dat iets (niet) moet. (krachtiger dan should)  
• Have / has to + ww 
  Als iets moet van iemand anders. (moeten) 
  Om zekerheid, noodzaak of verplichting uit te drukken.  
• Do / does not have to + ww 
  Als iets niet hoeft van iemand anders. Er is geen verplichting. (niet hoeven)

My mum ... pay a fine.

1. shouldn't
2. mustn't
3. must
4. has to

I ... work harder. I want to get a good grade.

1. don't have to
2. mustn't
3. must
4. has to

I can't stay. I always ... be home before it gets dark.

1. shouldn't
2. mustn't
3. must
4. have to

My phone broke. I ... buy a new one.

1. shouldn't
2. mustn't
3. has to
4. have to

According to the invitation, everyone ... wear a dress.

1. shouldn't
2. mustn't
3. must
4. has to

Mary ... get a different haircut. (not)

According to the law, I ... go to school.

You ... visit Paris during your trip to France.

Everyone ... eat food and drink water.

Ik begrijp wat ik moet doen bij de grammatica van thema 2

1. Ja
2. Nee