3TB

Hoofdstuk 3
Lezen

Ga zitten op je plaats
Pak je spullen
stil lezen 
(nos, boek, artikel etc.)

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 3
Lezen

Ga zitten op je plaats
Pak je spullen
stil lezen 
(nos, boek, artikel etc.)

Slide 1 - Slide

Wat gaan we 
vandaag doen?
  • Gezamenlijk (kort) de lesstof van vorige week herhalen;

  • Uitleg over Verbanden en signaalwoorden;

  • Nakijken H2 Lezen;


  •  Zelfstandig aan het werk met H3 lezen;

  • De les afsluiten.

Slide 2 - Slide

De vorige les:
De schrijver van een tekst wil bij het publiek iets bereiken. De tekst die hij schrijft heeft dus een doel. Er zijn veel verschillende tekst doelen.

Informeren
Overtuigen
Waarschuwen
Tot handelen aanzetten
Instrueren
Adviseren
Amuseren

Ken je het verschil van deze tekstdoelen nog niet zo goed? Neem de lesstof van H2 extra door.

Slide 3 - Slide

Dit kan/ken ik aan het einde van deze les:
Ik kan opsommingen, tegenstellingen en voorbeelden herkennen aan de hand van signaalwoorden. 

Slide 4 - Slide

Signaalwoorden
Ik heb zin om naar het feest te gaan. Ik aarzel, omdat ik morgen weer vroeg op moet.

Ik heb zin om naar het feest te gaan. Maar ik aarzel, omdat ik morgen weer vroeg op moet.

Slide 5 - Slide



Verbanden
Wat zinnen, of alinea's, met elkaar te maken hebben noem je ook wel 'het verband tussen de zinnen', of 'het verband' tussen de alinea's.

Slide 6 - Slide

signaalwoorden
Woorden die je helpen met welk verband je te maken hebt noemen we signaalwoorden. Signaalwoorden kunnen je helpen een tekst beter te begrijpen. 

Opsomming;

Tegenstelling; 

en toelichting.

Slide 7 - Slide

Tegenstelling
Zijn woorden die elkaars tegenovergestelde zijn.

Tegenover, maar, hoewel, echter, toch, aan de ene kant, aan de andere kant, daarentegen.

Voorbeeld: Hoewel ik helemaal geen zin heb in school, ga ik toch.

Slide 8 - Slide

Opsomming
Ten eerste, ten tweede, ten derde (etc.), Om te beginnen, verder, bovendien, tevens, daarnaast, ten slotte, en.

Of opsommingstekens:
(:)
(-)
(1,2,3)
(.)

Ten eerste ik was te laat, ten tweede mijn hond at mijn huiswerk op en ten slotte vind ik Biologie een saai vak.

Slide 9 - Slide

Toelichting
Woorden die een voorbeeld 'toelichten'.

Zo, zoals, bijvoorbeeld, neem nou, onder andere, ter illustratie. 

Reptielen zoals schildpadden, zijn koudbloedig.

Slide 10 - Slide

Oefenen:
Pak je pen en papier:

Maak 1 zin met een tegenstelling, 1 zin met een opsomming en een zin met een toelichting. (2 minuten).
timer
2:00

Slide 11 - Slide

Aan de slag met:
  • H3 Lezen Opdracht 1,2 en 3. (Blz. 69 t/m 71).
  • Nakijken vorige hoofdstuk. (antwoorden staan op 'Its Learning').

Hoe? Per boek of laptop.

Vragen:
Ik loop door het lokaal om je vraag te beantwoorden. Ik kom vanzelf bij je 
langs.

Wat te doen als je klaar bent:
  • H3 lezen opdracht 4 & 5. 
  • Af maken H2 lezen.


Voor hoe lang?




Groen: Overleggen met je klasgenoten mag. Heb je vragen? Wacht op de docent, of vraag je klasgenoot.
Oranje: We werken op fluisterniveau, vragen? Wacht op de docent.
Rood: We zijn stil aan het werk. Je vragen mag je op een later moment stellen.



timer
1:00

Slide 12 - Slide

Na vandaag:
  • Kan je één ding opnoemen die je vandaag hebt geleerd?

Slide 13 - Slide

De volgende les:
Gaan we aan de slag met H3 lezen. 

Neem je ook een leesboek mee.

Voor de toetsweek is het belangrijk dat je de theorie van de onderdelen Lezen H1, H2 & H3 kent. 
- Neem de opdrachten nogmaals door;
- Werk je uit je boek? De antwoorden van de opdrachten zet ik op 'Its Learning'.

Slide 14 - Slide

Tot slot:
Bedankt voor jullie aandacht.

Slide 15 - Slide