Herhalen kruisingen + dihybride

Deze les
vragen over kruisingen en stambomen?
oefening om erin te komen
uitleg dihybride kruisingen

volgende week: formatieve toets, alle kruisingen en stambomen
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Deze les
vragen over kruisingen en stambomen?
oefening om erin te komen
uitleg dihybride kruisingen

volgende week: formatieve toets, alle kruisingen en stambomen

Slide 1 - Slide

Een zwarte en witte cavia worden met elkaar gekruist. Alle nakomelingen zijn wit. Twee nakomelingen van de F1 worden met elkaar gekruist. Hoe groot is de kans op witte nakomelingen in de F2?
A
0%
B
25%
C
50%
D
75%

Slide 2 - Quiz

kleurenblindheid is recessief en geslacht gebonden. Een kleurenziende vrouw (heterozygoot) en een kleurenblinde man krijgen kinderen. Hoe groot is de kans dat hun dochter kleurenblind is?
A
0%
B
25%
C
50%
D
75%

Slide 3 - Quiz

Wat is het genotype van
dochter Edith?
A
AA
B
Aa
C
aa
D
niet te zeggen

Slide 4 - Quiz

Wat is het genotype van
Zoon Michael?
A
aa of AA
B
AA of Aa
C
Aa of aa

Slide 5 - Quiz

Dihybride kruisingen


oefenopdrachten op papier.


Oefen op biologiepagina.nl


Slide 6 - Slide

Chromosomen
  • liggen in de celkern
  • komen in paren voor
  • Op chromosomen ligt informatie voor erfelijke eigenschappen, dat noem je een gen
  • bestaan uit DNA ketens

Slide 7 - Slide

Chromosomen
  • Op alle 46 chromosomen liggen enorm veel genen. 
    Voor bijvoorbeeld:
    - kleurenblindheid
    - oogkleur
    - Huntington (ziekte)
    - Geluksgen 

Slide 8 - Slide

Dihybride kruisingen
Een kruising met twee genen

Wanneer genen op twee verschillende chromosomen liggen
Wanneer genen op hetzelfde chromosoom liggen. 

Slide 9 - Slide

Onafhankelijke overeving
- Kijken naar twee genen die
overerving. 
- Wetten van Mendel                    :

Slide 10 - Slide

Peulen
We kruisen twee heterozygote peulen voor beiden eigenschappen.

P                      GgYy                       x                 GgYy

F1: 

G=groene schil
g = gele schil



Y = gele zaden
y = groene zaden

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Dihybride kruising

G=groene schil
g=gele schil

Y=gele zaden
y=groene zaden

Slide 13 - Slide

Hoeveel % heeft groene zaden?
A
12,5%
B
25%
C
33,3%
D
50%

Slide 14 - Quiz

Van een dihybride kruising met 2 cavia's: AABB x aabb (A = zwart, a = wit, B = ruw, b = glad) worden de F1-dieren onderling gekruist. In de F2-generatie is het gedeelte dat zwart en ruwharig is:
A
1/16
B
3/16
C
9/16
D
3/4

Slide 15 - Quiz

Uitwerking

Slide 16 - Slide

Dihybride kruisingen
Een kruising met twee genen

Wanneer genen op twee verschillende chromosomen liggen
Wanneer genen op hetzelfde chromosoom liggen. 

Slide 17 - Slide

Uitwerking

Slide 18 - Slide

Gekoppelde overerving
Gen A en b liggen op hetzelfde chromosoom. En gaan dus in meiose naar dezelfde cel. 

Gen a en B liggen op hetzelfde chromosoom. Dus gaan in de meiose ook naar dezelfde cel. 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

P: MH x mh
MH mh
Wat is de F1?
A
MH MH
B
mh MH
C
MmHh
D
Mm Hh

Slide 21 - Quiz

P:            MH                 x            mh
                MH                               mh

F1:            MH                  x           MH
                 mh                               mh

F2: 

MH
mh
MH
MH
MH
MH
mh
mh
mh
MH
mh
mh
3 onbehaarde normale & 1 behaarde mandarijn

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Wat zijn de verhoudingen in de F1?
Schrijf de kruising helemaal uit.

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide

kennen voor de formatieve toets
Monohybride kruising
intermediaire kruising
bloedgroep/multiple allelen kruising
X-chromosomale kruising
Stamboom aflezen
dihybride kruising (gekoppeld en onafhankelijk)
letale kruising

Slide 26 - Slide

Ik vond het een nuttige les!
010

Slide 27 - Poll

Ik ben klaar voor het formatieve toetsje dat we morgen krijgen over de verschillende typen kruisingen en stambomen!
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

leerdoelen
Je weet wat chromosomen zijn
je weet wat er wordt bedoeld met een monohybride kruising
je weet wat er wordt bedoeld met een dihybride kruising
je kent het verschil tussen een gekoppelde overerving en een onafhankelijke overerving
je kunt een dihybride vraagstuk oplossen (zowel gekoppeld als onafhankelijk)

Slide 29 - Slide

Ik heb de leerdoelen van deze les bereikt!
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Dihybride kruising (paarden)


16 mogelijke combinaties
Per eigenschap de verhouding weergeven. Voor beiden geldt:
Geno=4/8/4
Feno=12/4

Slide 31 - Slide

Dihybride kruisingsschema met afbeeldingen
Verhoudingen nogmaals
Vachtkleur
4/8/4 geno
12/4 feno
Patroon
4/8/4 geno
12/4 feno

Slide 32 - Slide