Erfelijkheid V4 BS 5 dihybride

1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Deze les
- Uitleg Dihybride kruisingen
      - Onafhankelijke overerving
      - Gekoppelde overerving

Enquete invullen
oefenopdracht

      

Slide 3 - Slide

lesdoelen/leerdoelen
je weet wat er wordt bedoeld met een dihybride kruising
je kent het verschil tussen een gekoppelde overerving en een onafhankelijke overerving
je kunt een dihybride vraagstuk oplossen (zowel gekoppeld als onafhankelijk)

Slide 4 - Slide

Hoe noem je het als een allel dat homozygoot voorkomt geen levensvatbaar individu oplevert?
A
gekoppelde overerving
B
draagster
C
letale factor
D
multipele allelen

Slide 5 - Quiz

Chromosomen
  • liggen in de celkern
  • komen in paren voor
  • Op chromosomen ligt informatie voor erfelijke eigenschappen, dat noem je een gen
  • bestaan uit DNA ketens

Slide 6 - Slide

Chromosomen
  • Op alle 46 chromosomen liggen enorm veel genen. 
    Voor bijvoorbeeld:
    - kleurenblindheid
    - oogkleur
    - Huntington (ziekte)
    - Geluksgen 

Slide 7 - Slide

Dihybride kruisingen
Een kruising met twee genen

Wanneer genen op twee verschillende chromosomen liggen
Wanneer genen op hetzelfde chromosoom liggen. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Onafhankelijke overeving
- Kijken naar twee genen die
overerving. 
- Wetten van Mendel                    :

Slide 10 - Slide

Peulen
We kruisen twee heterozygote peulen voor beiden eigenschappen.

P                      GgYy                       x                 GgYy

F1: 

G=groene schil
g = gele schil



Y = gele zaden
y = groene zaden

Slide 11 - Slide

We kruisen twee heterozygote peulen voor beiden eigenschappen.

P GgYy x GgYy

Slide 12 - Open question

Dihybride kruising

G=groene schil
g=gele schil

Y=gele zaden
y=groene zaden

Slide 13 - Slide

Hoeveel % heeft groene zaden?
A
12,5%
B
25%
C
33,3%
D
50%

Slide 14 - Quiz

Van een dihybride kruising met 2 cavia's: AABB x aabb (A = zwart, a = wit, B = ruw, b = glad) worden de F1-dieren onderling gekruist. In de F2-generatie is het gedeelte dat zwart en ruwharig is:
A
1/16
B
3/16
C
9/16
D
3/4

Slide 15 - Quiz

Uitwerking

Slide 16 - Slide

Dihybride kruisingen
Een kruising met twee genen

Wanneer genen op twee verschillende chromosomen liggen
Wanneer genen op hetzelfde chromosoom liggen. 

Slide 17 - Slide

Gekoppelde overerving
Gen A en b liggen op hetzelfde chromosoom. En gaan dus in meiose naar dezelfde cel. 

Gen a en B liggen op hetzelfde chromosoom. Dus gaan in de meiose ook naar dezelfde cel. 

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

P: MMHH x mmhh

Wat is de F1?
A
MMHH
B
MmHh
C
mmHh
D
MmHH

Slide 21 - Quiz

P:            MH                 x            mh
                MH                               mh

F1:            MH                  x           MH
                 mh                               mh

F2: 

MH
mh
MH
MH
MH
MH
mh
mh
mh
MH
mh
mh
3 onbehaarde normale & 1 behaarde mandarijn

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Wat zijn de verhoudingen in de F1?
Schrijf de kruising helemaal uit.

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide

leerdoelen
Je weet wat chromosomen zijn
je weet wat er wordt bedoeld met een monohybride kruising
je weet wat er wordt bedoeld met een dihybride kruising
je kent het verschil tussen een gekoppelde overerving en een onafhankelijke overerving
je kunt een dihybride vraagstuk oplossen (zowel gekoppeld als onafhankelijk)

Slide 26 - Slide