May 13 plurals

Welcome B2B
English class
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Welcome B2B
English class

Slide 1 - Slide

Startklaar
  1. Ga gelijk op je plek zitten.
  2. Boek b, map & pen op tafel
  3. Plaats je mobiel in zakkie op tafel.
  4. Rustig wachten tot de les start.

         Open je boek op blz. 26

  

timer
2:00

Slide 2 - Slide

Afspraken
Verwachtingen tijdens de les: 
  1. Actief meedoen tijdens de les.
  2. Seintje: Rode lamp ="aandacht": iedereen is stil en luisteren
  3. Seintje: Geel lamp = antwoord bespreken "fluistertoon"
  4. Zodra ik praat, stop je met praten!
  5. Respect tonen en naar elkaar luisteren
  6. Lesafsluiting: niet opruimen & lokaal netjes achterlaten

Slide 3 - Slide

Lesson goals

By end of this class:
  1. I can use plurals to talk about more than one things.




Slide 4 - Slide

What are you going to do?

  1. Plurals interactive uitleg
  2. Plurals opgave maken & nabespreken
  3. Exit ticket:



Slide 5 - Slide

Opg. 30 b blz. 26
  1. brushes
  2. stories
  3. tomatoes
  4. forks 

Klaar?: Lees grammar 7                            meervoud blz. 27
timer
2:00

Slide 6 - Slide

Opg. 30b blz. 26 antwoorden invullen

Slide 7 - Open question

Hoe maak je meervouden in het Engels?
De algemene regel is:
Zet een -s achter het zelfstandig naamwoord (noun).
Voorbeeld:
One boy --> two boys
One apple --> three apples
One house --> four houses
Onthoud: nooit 's! 

Slide 8 - Slide

Uitzondering 1
Eindigt het woord op medeklinker + Y --> meervoud wordt -ies
Voorbeeld: 
One hobby --> two hobbies
One story --> six stories
One bunny --> three bunnies

Slide 9 - Slide

Uitzondering 2
Eindigt het woord op -f(e) --> meervoud wordt -ves
Voorbeeld:
one knife - two knives
one wife - three wives
one leaf - nine leaves

Slide 10 - Slide

Uitzondering 3
Eindigt het woord op -s -ss -sh - ch -x --> meervoud wordt -es
Voorbeeld:
one bus --> two buses 
one business --> two businesses
one wish --> two wishes
one witch --> two witches
one box --> two boxes 

Slide 11 - Slide

Uitzondering 4
Eindigt het woord op medeklinker + o --> meervoud wordt -es
Voorbeeld:
one hero --> two heroes
one tomato --> four tomatoes

Slide 12 - Slide

Onregelmatige meervouden
man        >  men
woman  >  women
child       >  children
person   >  people
Sommige meervouden moet je uit je hoofd leren:

sheep       >  sheep
fish            >  fish
mouse      >  mice
tooth         >  teeth
foot            >  feet

Slide 13 - Slide

Controle vraag

Slide 14 - Slide

Controle vraag

Slide 15 - Slide

Opg. 31 a&b & 32 a blz. 27-28
  • Eerst de opdrachten lezen en begrijpen wat je moet doen;
  • Maak oefeningen in stilte de eerste 5 minuten;
  • Na 5 minuten mag antwoord met degene naast je vergelijken;
  • Hulp: grammar 7 blz. 27, geen hulp van docent
  • Klaar?: 32 b maken blz. 28
  • Tijd: 10 min 
  • Resultaten nakijken & bespreken


timer
5:00

Slide 16 - Slide

Opg. 31 a&b & 32 a blz. 27-28
  • Maak oefeningen in stilte de eerste 5 minuten;
  • Na 5 minuten mag antwoord met degene naast je vergelijken;
  • Hulp: grammar 7 blz. 27, geen hulp van docent
  • Klaar?: 32 b maken blz. 28
  • Tijd: 10 min 
  • Resultaten nakijken & bespreken


timer
5:00

Slide 17 - Slide

Opg. 31a blz. 27
  1. men
  2. fish
  3. women
  4. tomatoes
  5. knives
  6. parties
  7. sheep
  8. mice
  9. phones
  10. feet
  11. streets
  12. leaves 

Slide 18 - Slide

Opg. 31b blz. 28
  1. friends
  2. places
  3. flavours
  4. men
  5. wives
  6. fish
  7. bikes
  8. heroes
  9. parties
  10. celebrities

Slide 19 - Slide

Opg. 32a blz. 28
  •  3. There aren’t many roads here.
  • 4. There aren’t many women in my family.
  • 5. There are so many buildings in Paris!
  • 6. There aren’t many roads in and out of the city.

Slide 20 - Slide

Opg. 31a blz. 27
  1. men
  2. fish
  3. women
  4. tomatoes
  5. knives
  6. parties
  7. sheep
  8. mice
  9. phones
  10. feet
  11. streets
  12. leaves 

Slide 21 - Slide

Opg. 31b & 32 a blz. 28
  • Maak oefeningen in stilte de eerste 3 minute;
  • Na 3 minuten mag antwoord met degene naast je vergelijken;
  • Hulp: grammar 7 blz. 28, geen hulp van docent
  • Klaar?: 32 b maken blz. 28
  • Tijd: 10 min 
  • Resultaten nakijken & bespreken


Slide 22 - Slide

Opg. 31b blz. 28
  1. friends
  2. places
  3. flavours
  4. men
  5. wives
  6. fish
  7. bikes
  8. heroes
  9. parties
  10. celebrities

Slide 23 - Slide

Opg. 32a blz. 28
  •  3. There aren’t many roads here.
  • 4. There aren’t many women in my family.
  • 5. There are so many buildings in Paris!
  • 6. There aren’t many roads in and out of the city.

Slide 24 - Slide

Exit ticket: 
  • Geef antwoord op de vragen.
  • Laat zien wat je hebt geleerd!

            Exit ticket vragen:
1. Schrijf op de verschillende manieren om meervoud te maken.
2. Geef een voorbeeld per manier.
3. Je kan een vraag stellen over wat je      nog niet goed begrijpt.

Slide 25 - Slide

Terugkijken naar de les
  • Wat heb je vandaag geleerd?
  • Heb je een vraag over iets dat je niet zo goed hebt begrepen.
  • Evaluatie: hoe is de les gegaan
  • NUMO Engels: elke week 30 minuten. Controleren op vrijdag.
  • Vrijdag SO! Plurals, future tense & woordjes hfd 4

Slide 26 - Slide

May 13 plurals

Slide 27 - Slide