vragende vnw

Goals
  •  Aan het eind van de les weet je wat vragende voornaamwoorden zijn en wanneer je ze gebruikt.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Goals
  •  Aan het eind van de les weet je wat vragende voornaamwoorden zijn en wanneer je ze gebruikt.

Slide 1 - Slide

Uitleg ...
Een vragend voornaamwoord verwijst naar een persoon of een ding en 'vraagt' daar iets over.
Bijvoorbeeld:
Waarom is hij altijd te laat op school?
Wanneer is het schoolfeest?

Slide 2 - Slide

Wat is een voorbeeld van een vragend voornaamwoord?
A
me
B
why
C
are
D
I

Slide 3 - Quiz

Welke zijn er allemaal?

who
what
where
when
why
how
which
Welke zijn er allemaal?

wie (personen)
wat (dingen)
waar
wanneer
waarom
hoe
welk (als je ergens uit kunt kiezen)

Slide 4 - Slide

Tijd
Plaats
Ding (onbeperkt)
Persoon
Ding (beperkte keuze)
Manier
Where
How
When
What
Who
Which

Slide 5 - Drag question

____ did you put my bag? I can't find it!
A
Why
B
How
C
Where
D
What

Slide 6 - Quiz

.....colour are your eyes?
A
what
B
who
C
when
D
where

Slide 7 - Quiz

..... are my keys?
A
what
B
who
C
where
D
when

Slide 8 - Quiz

..... do you visit your family?
on Sunday
A
what
B
when
C
which
D
who

Slide 9 - Quiz

..... is the king of Spain?
A
why
B
who
C
when
D
what

Slide 10 - Quiz

..... old is your sister?
A
how
B
what
C
when
D
who

Slide 11 - Quiz

...... skirt did you get?
The black one
A
who
B
when
C
which
D
where

Slide 12 - Quiz

..... is in the bathroom?
dad
A
where
B
why
C
which
D
who

Slide 13 - Quiz

.... is that woman overthere?
that's Carol
A
why
B
where
C
when
D
who

Slide 14 - Quiz

....are you going now?
to school
A
where
B
when
C
what
D
who

Slide 15 - Quiz

Homework
  • Studyguide opdracht 7&8, bladzijde 2
  • maak een account op Quizlet.com met je school email!

Slide 16 - Slide