Herhaling Taalverzorging H2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Herhaling Taalverzorging H2

Woordsoorten
Samengestelde zinnen maken
Hoofdletters en leestekens

Woordsoorten

Werkwoord

Lidwoord
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord/Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Voorzetsel

Werkwoord

Een werkwoord is wat iets of iemand doet en/of wat iets of iemand overkomt. 

Geef een voorbeeld van een werkwoord.

Lidwoord

De
Het
Een

Zelfstandig naamwoord

Een zelfstandig naamwoord is een woord voor een:
Mens
Dier
Plant
Ding

Naam/Afgeleid van een naam

Bijvoeglijk naamwoord

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

Let op: Meestal staat een bijvoeglijk naamwoord voor een zelfstandig naamwoord, maar hij kan er ook achter staan.

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Het materiaal waar iets van is gemaakt. 

Voorzetsel

Een kort woord dat de plaats, tijd of oorzaak aangeeft.


Vroeger ook wel de 'kastwoorden' genoemd.
Op, onder, boven, naast, door, in, over, ...

Wat is het werkwoord in de volgende zin:
Op het bord hangt een mooie poster met veel kleur.

1. bord
2. hangt
3. poster
4. mooie

Wat is het zelfstandige naamwoord in de volgende zin:
De poster wordt opgehangen.

1. De
2. wordt
3. opgehangen
4. poster

Samengestelde zinnen maken

Maak van de volgende korte zinnen één lange zin.

- Sabine gaat altijd op de fiets naar school. Bart neemt liever de bus.
- Laura houdt van patat. Joyce vindt patat juist heel vies.

Hoofdletters en leestekens

Schrijf de volgende zinnen op en gebruik hoofdletters en leestekens.

- sacha gooit haar nieuwe telefoon van samsung per ongelijk in de wc
- in het lokaal wordt een nieuwe televisie opgehangen want de oude was stuk gegaan