1A - 14 september 2020 (Grammatica: PV, zinsdelen & Ond)

Telefoons in je tas, iPad dicht op tafel
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Telefoons in je tas, iPad dicht op tafel

Slide 1 - Slide

Planning
  1. Lesdoel
  2. Zinsdelen/ persoonsvorm/ onderwerp: uitleg
  3. Aan de slag!
  4. Afsluiting klassikaal
  5. Huiswerk & taalvout

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Na de les:

Weet je hoe je de persoonsvorm vindt, hoe je de zin in zinsdelen verdeelt en hoe je het onderwerp vindt.


Slide 3 - Slide

Persoonsvorm/ Zinsdelen/ Onderwerp

Slide 4 - Slide

Buren-Challenge
  • Je werkt samen met je buur.
  • Je krijgt een A3-vel.

  • Maak 3 kolommen: 1. Persoonsvorm (PV); 2. Zinsdelen; 3. Onderwerp (O)
  • Schrijf onder elke kolom alles op wat je hier nog over weet!
(Bijv. kenmerken, hoe je deze kunt vinden, voorbeelden, etc..)

timer
5:00

Slide 5 - Slide

De persoonsvorm
(PV)

De persoonsvorm (PV) is een werkwoord.



Werkwoorden geven de handeling aan. (Wat er gebeurt.)

Slide 6 - Slide

Manieren om de persoonsvorm te vinden
De jongen loopt naar school.
  • De vraagproef - Maak van de zin een vraag. Het werkwoord dat vooraan komt te staan, is de persoonsvorm.
Loopt de jongen naar school?


  • De tijdproef - Zet de zin in een andere tijd: maak van tegenwoordige tijd de verleden tijd of andersom. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
De jongen liep naar school.

  • De getalproef - verander het getal: maak van het enkelvoud het meervoud of andersom. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
De jongens lopen naar school.

Slide 7 - Slide

En nu jullie...


Maak opdr 2 op blz. 26 van je boek


We bespreken over 3 minuten

timer
3:00

Slide 8 - Slide

Zinsdelen
Woord of groepje woorden die bij elkaar horen.
  • PV is één zinsdeel.
  • Alles voor de PV is één zinsdeel.
  • Alles wat voor de PV kan is een apart zinsdeel.

Slide 9 - Slide

  • Luka fietst elke ochtend naar school.

  • De juf geeft weinig huiswerk voor morgenvroeg.

  • De knappe, slimme maar toch ook vervelende jongen slaat het 

meisje met een pen.

Slide 10 - Slide

Het antwoord op de vraag:
wie / wat + pv is het......
A
onderwerp
B
werkwoordelijk gezegde
C
lijdend voorwerp
D
meewerkend voorwerp

Slide 11 - Quiz

Onderwerp

Het onderwerp
Wie of wat? + PV



Slide 12 - Slide

Aan de slag!

Lees de theorie op blz. 1, 2, 3 en 7 van je theorieboekje grammatica (PV, zinsdelen & O)

Maak op blz. 28 zin 1 t/m 5.

timer
10:00

Slide 13 - Slide



Is het lesdoel voor jou behaald en heb je goed gewerkt? 

Ja/nee/gedeeltelijk, want ...
LESDOEL:

Na deze les:





  • Weet je wat de persoonsvorm, zinsdelen en het onderwerp zijn en kun je deze ontleden in een zin.

Slide 14 - Slide

Huiswerk & TaalVout
Huiswerk:

  • Lees de theorie op blz. 1, 2, 3 en 7 van 
je theorieboekje grammatica (PV, zinsdelen & O) 

  • Maak van blz. 28 zin 1 t/m 5.
(Persoonsvorm, zinsdelen, onderwerp)

Slide 15 - Slide