13-1 H1B PV, zinsdelen + onderwerp

Pak je leesboek
Leg Nieuw Nederlands boek + schrift op tafel

1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Pak je leesboek
Leg Nieuw Nederlands boek + schrift op tafel

Slide 1 - Slide

Vandaag:
  1. 10 minuutjes lezen
  2. Lesdoel
  3. Check: hoe goed begrijp ik PV & zinsdelen?
  4. Startopdracht 
  5. Nakijken opdrachten Test Jezelf & Aan de slag!
  6. Huiswerk + taalvout

Slide 2 - Slide

Lesdoel:
  • Je weet hoe je de persoonsvorm in een zin vindt;
  • Je weet hoe je een zin in zinsdelen verdeelt;
  • Je weet hoe je het onderwerp in een zin vindt.

Slide 3 - Slide

Ga naar lessonup.app
1. Registreer je met je mailadres.
2. Vul je naam & achternaam in.
3. Ga naar 'klassen'
4. Log in met klassencode: tgmlp
5. Als iedereen zich heeft aangemeld 
wordt de les gestart.

Slide 4 - Slide

Check: PV & zinsdelen!

Slide 5 - Slide

Persoonsvorm, zinsdelen & onderwerp

Slide 6 - Slide

Hoe vind je de PV?

Slide 7 - Mind map

Hoe vind je de PV?
  • De vraagproef - Maak de zin vragend.
Loopt de jongen naar school?


  • De tijdproef - Zet de zin in een andere tijd.
De jongen liep naar school.

  • De getalproef - verander het getal.
De jongens lopen naar school.

Let op!
De leraar kijkt onze toetsen na. (Het hele ww is nakijken maar alleen het eerste deel (kijkt) is pv!)

Slide 8 - Slide

Wat is de PV?"
Veel mensen blijken de mythologische figuur Atlas wel te kennen.

Slide 9 - Open question

Wat is de PV?
Eén ding over deze oude Griek weten ze echter niet.

Slide 10 - Open question



Zinsdelen


Woord of groepje woorden die bij elkaar horen.
  • PV is altijd één zinsdeel.
  • Alles voor de PV is één zinsdeel.
  • Alles wat voor de PV kan is een apart zinsdeel.
  • Werkwoorden zijn ook altijd één zinsdeel.

Slide 11 - Slide

Verdeel deze zin in zinsdelen:
Bij ernstige ongelukken zou je eigenlijk 112 moeten bellen.

Slide 12 - Open question

Even checken!

Slide 13 - Slide

In 221 voor Christus verenigt keizer Qin zeven koninkrijken tot één Chinees rijk.

Wat is de PV?

Slide 14 - Open question

In 221 voor Christus verenigt keizer Qin zeven koninkrijken tot één Chinees rijk.

Verdeel de zin in zinsdelen

Slide 15 - Open question

Lesdoel behaald?
  • Je weet hoe je de persoonsvorm in een zin vindt;
  • Je weet hoe je een zin in zinsdelen verdeelt.

Slide 16 - Slide

Lesdoel behaald?
Ja/ nee/ gedeeltelijk, want......

Slide 17 - Open question

Onderwerp: startopdracht

Slide 18 - Slide

1. Pak je schrift en een pen
2. Schrijf de antwoorden op in je schrift
1. Leg uit wat we bedoelen met het onderwerp van een zin. 

2. Haal uit onderstaande zinnen het onderwerp: 
a. Mijn oma vindt het Sinterklaasfeest altijd erg gezellig! 
b. Over een tijdje mogen we weer naar haar toe. 
c. De taart wordt door mijn moeder gebakken.
Klaar? Even wachten of lezen in leesboek.

Slide 19 - Slide

1. Pak een ander kleur pen
2. Kijk je antwoorden na en verbeter ze
1. Leg uit wat we bedoelen met het onderwerp van een zin.
Het zinsdeel dat de actie doet.
 
Kun je vinden door de vraag: wie of wat + PV? 
Kun je ook vinden door de getalproef.

2. Haal uit onderstaande zinnen het onderwerp:
a. Mijn oma vindt het Sinterklaasfeest altijd erg gezellig!
b. Over een tijdje mogen we weer naar haar toe.
c. De taart wordt door mijn moeder gebakken.

Slide 20 - Slide

Geen fouten?
Groep paars
1 fout?
Groep blauw
2 of meer fouten?
Groep groen
- Theorie: blz. 67 + 68 lezen.
- Maken: opdr. 4 t/m 6 blz. 68 & 69.
- Uitleg + aantekening
- Theorie: blz. 67 lezen.
- Maken: opdr. 2 + 3 (zin 1 t/m 4) + 5 op blz. 67 t/m 69.
- Uitleg + aantekening
- Theorie: blz. 67 lezen.
- Maken: opdr. 2 + 4 op blz. 67 t/m 69.
- Maken: blad van vorige keer --> ow benoemen.
Iedereen: eerst nakijken Test Jezelf

Slide 21 - Slide

Onderwerp
Voert de handeling uit.
Twee manieren om te vinden:
1. Wie of wat + PV?
Jan loopt naar school. Wie loopt? Jan.
2. Verander de PV van getal:
Vanmorgen/ hebben / mijn zussen/ brood/ gekocht.
Vanmorgen/ heeft/ mijn zus/ brood gekocht.




Slide 22 - Slide

- Theorie: blz. 67 + 68 lezen.
- Maken: opdr. 4 t/m 6 blz. 68 & 69.
- Theorie: blz. 67 lezen.
- Maken: opdr. 2 + 3 (zin 1 t/m 4) + 5 op blz. 67 t/m 69.
- Theorie: blz. 67 lezen.
- Maken: opdr. 2 + 4 op blz. 67 t/m 69.
- Maken: blad van vorige keer --> ow benoemen.
Huiswerk & Taalvout

Slide 23 - Slide