Rekenen - Breuken (gelijknamig optellen en aftrekken door hele)

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 8

Doel

Ik kan gelijknamige breuken 

optellen en aftrekken 

door de hele heen.

Breuken

Een breuk is een deel van een geheel.

1

6

____

teller

noemer

________

Breuken +

1. Maak de breuken gelijknamig. 

2. Eerst de helen, dan de breuken.

3. Zitten er helen in je breuk?

4. Kun je de breuk vereenvoudigen?

³/₄ + ²/₃ = 

⁹/₁₂ + ⁸/₁₂ = 

¹⁷/₁₂ = 1 ⁵/₁₂

Oefening

⁴/₅ + ³/₅ = 

Oefening

1 ⁴/₅ + ³/₄ = 

Breuken -

1. Maak de breuken gelijknamig. 

2. Moet je hele inwisselen voor breuken? 

3. Eerst de helen, dan de breuken.

4. Zitten er helen in je breuk?

5. Kun je de breuk vereenvoudigen?

1 ²/₃ - ³/₄ = 1 ⁸/₁₂ - ⁹/₁₂ = 

²⁰/₁₂ - ⁹/₁₂  = 
¹¹/₁₂

Oefening

⁴/₆ - ³/₅ = 

Oefening

2 ¹/₄ - ³/₄ = 

Is deze som goed gemaakt?

⁸/₁₀ + ⁶/₁₀ = 1 ⁴/₁₀

1. Ja
2. Nee

Is deze som goed gemaakt?

1 ⁴/₆ - ⁵/₆ = ⁹/₆ - ⁵/₆ = ⁴/₆ = ²/₃

1. Ja
2. Nee

Verbind het antwoord met de som!

²/₃ + ²/₃

1 ¹/₃ - ²/₃

2 ¹/₃ + 1 ²/₃

1 ¹/₃

²/₃

4

Breuken

+

1.

2.

3.

4.

Kun je de breuk vereenvoudigen?

Eerst de helen, dan de breuken

Maak de breuken gelijknamig.

Zitten er helen in je breuk?

Breuken

-

1.

2.

3.

4.

5.

Zitten er helen in je breuk?

Eerst de helen, dan de breuken.

Kun je de breuk vereenvoudigen?

Moet je hele inwisselen voor breuken?

Maak de breuken gelijknamig. 

Ik kan gelijknamige breuken optellen en aftrekken door de hele heen.

Makkie!

Ja, dat lukt wel.

Nog wel wat hulp nodig.

Ik begrijp er niets van!