3 ECONOMIE H1

ECONOMIE
schrift rekenmachine boek pen Chromebook(dicht)
op tafel
1 / 37
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 37 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

ECONOMIE
schrift rekenmachine boek pen Chromebook(dicht)
op tafel

Slide 1 - Slide

SO Hoofdstuk 1
Vrijdag 29 september

Wat moet je leren! : Hoofdstuk 1 begrippen en rekenopgaven

Slide 2 - Slide

Examen jaren
Afspraken: 
Luisteren
Spullen mee (rekenmachine schrift pen en Chromebook)

Slide 3 - Slide

Vandaag
- Voorbereiden SO hoofdstuk 1
- Vragen over hoofdstuk 1

Slide 4 - Slide

Vragen?

Slide 5 - Slide

Leerdoelen 1.1
  • Ik kan het verschil uitleggen tussen primaire behoeften en secundaire behoeften. 
  • Ik kan uitleggen wat het bij economie betekent als iets schaars is. 
  • Ik kan uitleggen wat welvaart is en op welke manier mijn welvaart kan toenemen. 
  • Ik kan met een percentage een getal berekenen. 

Slide 6 - Slide

Leerdoelen 1.2
  • Ik kan met een voorbeeld uitleggen hoe bedrijven proberen de consument meer te laten kopen. 
  • Ik kan verschillende soorten reclame onderscheiden. 
  • Ik kan uitleggen dat bedrijven zich op bepaalde groepen klanten richten. 
  • Ik kan verschillende soorten merken onderscheiden. 
  • Ik kan een percentage berekenen. 

Slide 7 - Slide

Leerdoelen 1.3
  • Ik kan uit een begroting conclusies trekken. 
  • Ik kan drie soorten inkomens onderscheiden. 
  • Ik kan de gezinsuitgaven in drie groepen indelen. 
  • Ik kan bedragen omrekenen van maand naar week en omgekeerd. 
  • Ik kan een reservering berekenen. 

Slide 8 - Slide

Leerdoelen 1.4
  • Ik kan een verandering in procenten berekenen.  
  • Ik kan uitleggen wat inflatie is.  
  • Ik kan uitleggen wat de gevolgen van inflatie zijn voor je koopkracht. 
  • Ik kan met indexcijfers de veranderingen van lonen en prijzen vergelijken. 
  • Ik kan berekeningen maken met behulp van indexcijfers. 

Slide 9 - Slide

Huiswerk 
Leren H1 
  • Samenvatting maken
  • Oefen opgaven maken/Rekenen oefenen
  •  Begrippen leren

Slide 10 - Slide

Inflatie & deflatie
  • Is er het afgelopen jaar sprake van inflatie of deflatie?
  • Wat doet dit met de koopkracht?

Slide 11 - Slide

Indexcijfer
In 2020 was een huis te koop voor 250.000 euro. 2020 wordt gebruikt als basis jaar. 

In 2023 was het index cijfer 123. Hoeveel kost dit huis in 2023?

Slide 12 - Slide

Indexcijfer
In 2018 was een huis te koop voor €230.000 euro. 2020 wordt gebruikt als basis jaar. 

In 2023 was het index cijfer 213. Hoeveel kost dit huis in 2023?

Slide 13 - Slide

Wat is Prinsjesdag?

Slide 14 - Slide

Schrijf drie dingen op waar Nederland meer geld aan uit zou moeten geven en waarom?

Slide 15 - Slide

Waar krijgt Nederland geld door?

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Behoefte

waar gaat economie over: 
Primair en secundair 

Slide 19 - Slide

Welke behoefte is Primair en secundair?

Slide 20 - Slide

vrije goederen & Schaarse goederen 
- Schaars (tijd & geld)
- Vrije goederen 




Slide 21 - Slide

Welvaart!
Prioriteiten stellen 
Zelfvoorziening

Slide 22 - Slide

korting 

Slide 23 - Slide

Consument

Slide 24 - Slide

Marketingmix
6 P's

invullen in boek

Slide 25 - Slide

Reclame 
- Commerciële reclame
         - merk reclame
         - informatieve reclame
- ideële reclame

Slide 26 - Slide

Doelgroep

Slide 27 - Slide

Begroting
Budgetteren
Begroting 

Hoe ziet een begroting van een Bios eruit?

Slide 28 - Slide

Inkomen
- Uit arbeid
- Uit bezit
- Overdrachtsinkomen

Slide 29 - Slide

uitgaven
- Huishoudelijke uitgaven
- Vaste lasten
- Incidentele uitgaven 

Slide 30 - Slide

Huiswerk (kunnen we er allemaal bij?)
Maak je huiswerk serieus, dat scheelt je leren!!!
vorige week par 1.1 
deze week par 1.2 en 1.3

Slide 31 - Slide

Planning deze periode

Slide 32 - Slide

Economie?!
Wat was het ook alweer? 
Opdracht: Maak in twee tallen een Mindmap waar ging economie ook alweer over. (woorden, berekeningen, tekeningen)

Slide 33 - Slide

Waar gaat economie over?

Slide 34 - Slide

Rekenen
Wat zijn procenten? 
bereken 50% van €420,00 
bereken 15% van €3254,00
Bereken 42% van €134,00

Slide 35 - Slide

Rekenen
Hoeveel procent is €120,00 van €200,00
Hoeveel procent is €340,00 van €1230,00
hoeveel procent is €30,00 van €85,00

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide