H2.2 Voedingsstoffen

H2.2 Voedingsstoffen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo lwoo, kLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H2.2 Voedingsstoffen

Slide 1 - Slide

Vorige les: 
In voedingsmiddelen zitten voedingsstoffen. Je lichaam gebruikt deze als brandstof, bouwstof, reservestof of beschermende stof.

Slide 2 - Slide

Voor welke taken heeft je lichaam voedingsstoffen nodig?
A
om gezond te blijven en voor nieuwecellen
B
om later te gebruiken, en voor nieuwe cellen
C
om gezond te blijven en voor energie
D
alle antwoorden zijn juist

Slide 3 - Quiz

Hoe heten voedingsstoffen die nodig zijn voor verbranding?
A
bouwstoffen
B
brandstoffen

Slide 4 - Quiz

Hoe heten stoffen die je nodig hebt om gezond te blijven?
A
vitamines
B
brandstoffen
C
reservestoffen
D
beschermende stoffen

Slide 5 - Quiz

Welke stof past bij de afbeelding?
A
bouwstof
B
brandstof
C
reservestof
D
beschermende stof

Slide 6 - Quiz

Wat ga je leren?
 - Je kunt zes groepen voedingsstoffen noemen met hun functies.


Slide 7 - Slide

6 Groepen
Het etiket van een voedingsmiddel.  Er zijn zes groepen voedingsstoffen
• eiwitten
• koolhydraten
• vetten
• water
• mineralen
• vitaminen

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Behoefte aan voedingsstoffen
• Eiwitten zijn een bouwstof. 
• Koolhydraten zijn een brandstof. Je lichaam gebruikt koolhydraten ook als bouwstof. 
• Vetten zijn vooral brandstof, maar ook bouwstof en reservestof.
• Water is een belangrijke bouwstof voor je lichaam. 
• Mineralen zijn een bouwstof en een beschermende stof. Mineralen worden ook wel zouten genoemd.
• Vitaminen zijn een bouwstof en een beschermende stof. 

Slide 10 - Slide

Om te onthouden: 
• Voedingsmiddelen bevatten voedingsstoffen.
– Zes groepen: eiwitten, koolhydraten, vetten, water, mineralen en vitaminen.

– Zetmeel en suiker zijn voorbeelden van koolhydraten.
– IJzer, keukenzout en kalk zijn voorbeelden van mineralen.

Slide 11 - Slide

• Voedingsstoffen hebben vier functies:
– brandstof: koolhydraten, vetten en eiwitten
– bouwstof: alle voedingsstoffen
– reservestof: vetten
– beschermende stof: mineralen en vitaminen

• Vitaminen worden aangegeven met een letter (bijvoorbeeld C, A en B).

Slide 12 - Slide

Wat ga je doen
Maken:
Basis: Opdracht 1 t/m 5

Slide 13 - Slide