leçon 31_PC+ontkenning

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Bonjour !

Le programme:

        Aujourd'hui (=vandaag) :

• Réviser le passé composé
• Parler français : Qu'est-ce que tu manges au collège?

leçon 31

Wat weet je nog over de passé composé (= de voltooide tijd)?
Bv. hoeveel werkwoorden gebruik je, welk hulpwerkwoord hoort erbij of wat is de uitgang van het werkwoord.

Le passé composé (supplément, p.33)

1. De voltooide tijd bestaat uit een hulpwerkwoord en een voltooid deelwoord:                                   J’ai mangé trois glaces. = Ik heb drie ijsjes gegeten.                                                                                   Elle a fini ses devoirs. = Ze heeft haar huiswerk afgemaakt.
2. Je gebruikt een vorm van AVOIR als hulpwerkwoord.
3. Het voltooid deelwoord van een regelmatig werkwoord op -ER eindigt op -é.
4. Het voltooid deelwoord van een regelmatig werkwoord op -IR eindigt op -i.
5. De werkwoorden in de Franse zin staan op een kluitje bij elkaar.

Exercice C page 33

1. ont mangé
2. avez regardé
3. as fini
4. a préparé
5. ai acheté
6. avons choisi

Exercice B page 33

1. Timéo et Nathan hebben tien eieren gegeten!
2. Hebben jullie naar de voetbalwedstrijd gekeken?
3. Heb je je huiswerk afgemaakt?
4. Papa heeft pasta en een salade voorbereid / gemaakt.
5. Ik heb chips en cola gekocht.
6. We hebben een / voor crème caramel gekozen.

De ontkenning met de PC

onderwerp + NE/N' + hulpwerkwoord + PAS + voltooid deelwoord
Exemple: J'ai mangé un sandwich.

• => Je n'ai pas mangé un sandwich.

NE

PAS

HULPWERKWOORD

Autres exemples:

• Tu as voyagé en avion.
• => Tu n'as pas voyagé en avion.
• Vous avez acheté un cadeau.
• => Vous n'avez pas acheté un cadeau.
• Elles ont regardé un film d'action.
• => Elles n'ont pas regardé un film d'action.

Exercice E page 34

• je n'ai pas mangé 
• tu n'as pas mangé
• il n'a pas mangé
• elle n'a pas mangé
• nous n'avons pas mangé
• vous n'avez pas mangé
• ils n'ont pas mangé
• elles n'ont pas mangé 

Exercice F page 34

1. Lucie n'a pas demandé...
2. Nathan et Timéo n'ont pas mangé...
3. Nathan et Lucie n'ont pas dansé...
4. Timéo n'a pas téléphoné...
5. Je n'ai pas trouvé...
6. Nous n'avons pas visité...

Qu'est-ce que tu manges au collège ?

Je krijgt een spreekkaartje met vragen over eten en drinken op school. 

• Beantwoord in de 1e kolom de vragen voor jezelf. 
• Spreek vervolgens 3 klasgenoten aan en stel hen de vragen. 
• Noteer hun antwoorden kort – in het Frans!

Les devoirs:

• Apprendre: StudyGo 2-1 N-F + 2-3 N-F
• Faire: Bravoure > Hoofdstuk 2 > 2.2 > exercice 34, FLEX B, FLEX E