This lesson contains 31 slides, with text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Domein D4
17.1 Klassieke en moderne school in het strafrecht
Slide 1 - Slide
Klassieke school
De mens is vrij in het eigen denken en handelen.
>> Dit noemen we een niet-deterministisch mensbeeld.
De mens is vrij om het goede te doen en het kwade te laten. En daarmee is de mens ook verantwoordelijk voor zijn eigen gedrag.
Slide 2 - Slide
Klassieke school
Rationeel of calculerend
Persoon maakt voordat hij keuze maakt een afweging van de voor- en nadelen van het gedrag.
Dus: + vs -
Slide 3 - Slide
Concluderend: Klassieke school
Een persoon die een misdaad pleegt, doet dit uit vrije wil.
Voordat een persoon crimineel gedrag laat zien, heeft hij dit zorgvuldig afgewogen.
Straf is het nadeel waarmee iemand rekening zal houden, die crimineel gedrag wil gaan vertonen.
Slide 4 - Slide
Doel van straf volgens Klassieke school
Vergelding
= Wraak / kwaad met kwaad vergelden
Algemene preventie
= Dreigen met straffen om zo mensen af te
schrikken van het plegen van crimineel gedrag
Slide 5 - Slide
Moderne school
De mens is gedeeltelijk onvrij in zijn eigen denken en handelen.
>> Dit noemen we een deterministisch denkbeeld. Het gedrag is namelijk bepaald door biologische en sociale factoren.
De mens is volgens deze theorie een product van endogene (nature) en exogene (nurture) invloeden.
Slide 6 - Slide
Moderne school
Endogene invloeden / nature
Deze stelt biologische of genetische factoren centraal.
Veel vanaf geboorte bepaald. Het zit gewoon in je of niet. Je kan er dus niets aan doen.
Slide 7 - Slide
Moderne school
Exogene invloeden / nurture
Maatschappelijke factoren bepalen ons gedrag.
De omgeving, het milieu en de cultuur bepalen hoe wij ons gedragen en handelen.
Slide 8 - Slide
Doel van straf volgens moderne school
Speciale preventie
= We geven straffen om te voorkomen dat daders opnieuw een delict pleegt
Bescherming samenleving
= Door daders op te sluiten, maak je de samenleving veiliger
Resocialisatie
= Heropvoeding (door middel van bijvoorbeeld: taakstraffen)
Slide 9 - Slide
Concluderend: Moderne school
Een persoon die een misdaad pleegt, doet dit nietuit vrije wil.
Voordat een persoon crimineel gedrag laat zien, is hij beïnvloed door zijn omgeving (nurture) of zit het al in hem (nature).
Straf is minder effectief, dus moeten we anders straffen
Slide 10 - Slide
ANOMIETHEORIE
De anomietheorie gaat ervan uit dat mensen zich crimineel gaan gedragen als zij geen mogelijkheden zien om op normale en legale wijzen hun eigen doelen te bereiken.
Dus is jouw doel financieel succes ...
.... en dat lukt niet ....
.... dan kan criminaliteit een interessantie optie worden.
Slide 11 - Slide
BINDINGSTHEORIE
Maatschappelijke bindingen of sterke integratie van mensen in groepen (gezin, school, vrienden) werkt remmend op crimineel gedrag.
Des te meer bindingen je hebt, des te kleiner de kans is dat je crimineel wordt.
Slide 12 - Slide
RATIONELE KEUZE THEORIE
Een crimineel weegt de kosten en baten van zijn acties af.
(rationele keuze staat dader centraal)
Slide 13 - Slide
ETIKETTERINGSTHEORIE
Becker - fasen etikettering:
Mensen met afwijkend gedrag krijgen een brandmerk (stigma)
Persoon krijgt de neiging zich te gedragen naar het brandmerk (etiket)
Persoon vervreemd zich van eigen omgeving en stapt over naar een subcultuur met gelijkgestemden
Stereotypen blijken daarom van toepassing = Selffulfilling prophecy
Vicieuze cirkel is rond: hoe hard het misdrijf ook wordt bestreden, des te hardnekkiger het blijft bestaan.
Slide 14 - Slide
GELEGENHEIDSTHEORIE
De gelegenheid maakt de dief'.
- Bereidwillige dader
- Geschikt doelwit
- Afwezigheid van voldoende bewaking
Hoort deze theorie bij de klassieke of moderne school?
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Domein D4
17.2 Opvattingen van aanhangers van politieke stromingen over het handhaven van openbare orde en veiligheid
Slide 17 - Slide
LIBERALE OPVATTING
Politieke stroming die een grote nadruk legt op de persoonlijke vrijheid van ieder mens.
Ieder mens moet zijn eigen verantwoordelijkheid nemen en dus ook de consequenties dragen voor zijn/haar eigen gedrag.
Slide 18 - Slide
LIBERALE OPVATTING
Kerntaken van de overheid:
Het bevorderen van de veiligheid van alle burgers;
Het handhaven van de openbare orde;
Het verdedigen van de democratische rechtsstaat.
Voorstander van:
Balans zoeken tussen vrijblijvendheid en betutteling
Repressieve aanpak
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Video
SOCIALISTISCHE OPVATTING
Politieke stroming die streeft naar gelijkheid op economisch, sociaal en cultureel gebied.
Het socialisme zoekt naar verklaringen voor criminaliteit aan de hand van maatschappelijke oorzaken.
Sociale ongelijkheid
Gebrek aan sociale cohesie
Slide 21 - Slide
SOCIALISTISCHE OPVATTING
Voorstander van:
Preventieve aanpak
Meer Europese integratie van veiligheidsbeleid
Resocialisatie
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Video
CONFESSIONELE OPVATTING
Politieke stroming die zich in het politieke handelen laat leiden door de Bijbel.
Hechten veel belang aan het maatschappelijk middenveld (kerk, gezin, school, etc.) Deze socialisatoren moeten hun verantwoording nemen.
De overheid kan extra ondersteuning bieden, vooral aan gezinnen als preventieve maatregel, als dit noodzakelijk is.
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Video
Domein D4
17.3 Veranderingen in het overheidsbeleid ten aanzien van criminaliteit
Slide 26 - Slide
DRIE OVERHEIDSSTRATEGIEËN
Rechtshandhaving
Ondersteuning en hulpverlening
Beperken van de gelegenheid tot criminaliteit
Slide 27 - Slide
RECHTSHANDHAVING
Deze strategie is erop gericht om daders van delicten op te sporen, te vervolgen en berechten, en uiteindelijk te straffen.
Slide 28 - Slide
ONDERSTEUNING EN HULPVERLENING
Deze strategie is gericht op het bevorderen van competenties en het afleren van antisociaal gedrag bij risicogroepen.
Deze strategie veronderstelt dat crimineel gedrag bepaald wordt door een combinatie van de leefsituatie, groepsdruk, opvoeding en toekomstperspectief.
Slide 29 - Slide
BEPERKEN VAN DE GELEGENHEUD
In deze strategie staat niet de dader centraal, maar de criminaliteit zelf. Ook richten de maatregelen zich bij deze strategie niet alleen op daders, maar ook op slachtoffers en/of locaties.