2.3 Aflezen en controleren

Welkom 
- Telefoon in de telefoontas
- Kauwgom in de prullenbak
- Pak op tafel: boek, etui, rekenmachine en laptop
1 / 17
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

Welkom 
- Telefoon in de telefoontas
- Kauwgom in de prullenbak
- Pak op tafel: boek, etui, rekenmachine en laptop

Slide 1 - Slide

2.3 Aflezen en controleren
Leerdoel: 
Je kan afgelezen waarden uit een grafiek  controleren met behulp van de bijbehorende formule.

Maar eerst....

Slide 2 - Slide

Terugblik vorige les
Overleg met je buur, spiek in je boek: 

Wat heb je de vorige les geleerd?

Slide 3 - Slide

Over welk verband gaat deze grafiek?
A
km en kwartieren
B
afstand in km
C
tijd in kwartieren
D
afstand en tijd

Slide 4 - Quiz

Wie loopt er in het begin sneller?
A
Franz (F)
B
Wim (W)

Slide 5 - Quiz

Wie loopt na een kwartier voorop?
A
Franz (F)
B
Wim (W)

Slide 6 - Quiz

Na hoeveel kwartieren komen ze elkaar weer tegen?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 7 - Quiz

Hoeveel minuten zijn twee kwartieren?

Slide 8 - Open question

Wie loopt na 5 kwartieren voorop?
A
Franz (F)
B
Wim (W)

Slide 9 - Quiz

Les 2.3  Formule
Ik werk bij een restaurant voor €6,- per uur. Daarbij hoort deze formule:   tijd x 6 = bedrag
Hoeveel verdien ik als ik 3 uur werk? En als ik 5 uur werk?


Slide 10 - Slide

Gegeven is de formule
aantal uur x 4 + 12 = bedrag. Welk bedrag heb je na 2 uur?
A
2x4+12=20
B
2x16=32
C
12
D
2x4=8

Slide 11 - Quiz

Gegeven is de formule
aantal uur x 4 + 12 = bedrag. Welk bedrag heb je na 6 uur?

Slide 12 - Open question

Welk aantal uur hoort bij een bedrag van 28 euro?
A
0
B
2
C
4
D
6

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Formule
Mijn vaatwasser is kapot. Om hem te laten maken, rekent bedrijf Van der Schoot met de volgende formule:
aantal uur x 15 + 30 = bedrag

Ze werken er 3 uur aan. Hoeveel moet ik betalen? 
En hoeveel bij 5 uur werken?

Slide 15 - Slide

aantal uur x 15 + 30 = bedrag
Vul de tabel in:

Slide 16 - Slide

Aan de slag 
Wat? Maak de opdrachten 11 t/m 14
Hoe? Je mag op fluistertoon overleggen of zelfstandig werken.
Hulp?  1. Lees de theorie nog eens en kijk naar de voorbeelden.
              2. Overleg op fluistertoon.
              3. Vraag de docent.
Klaar?  Aan de slag met de Extra oefeningen op blz. 62-63-64


Slide 17 - Slide