Wat? Maak de opdrachten 11 t/m 14
Hoe? Je mag op fluistertoon overleggen of zelfstandig werken.
Hulp? 1. Lees de theorie nog eens en kijk naar de voorbeelden.
2. Overleg op fluistertoon.
3. Vraag de docent.
Klaar? Aan de slag met de Extra oefeningen op blz. 62-63-64