H3E P3 les 7 - CBZ (23-03-2021)

¡Bienvenidos!
1 / 20
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

¡Bienvenidos!

Slide 1 - Slide

El programa de hoy
  • Toetsweek
  • Afronden Spaans 
  • Herhaling imperfecto  
  • ¡A trabjar!

Slide 2 - Slide

In de toetsweek

Paso Adelante, Capítulo 3
- Pretérito imperfecto
- Adverbio
- Frases clave E + K
- Vocabulario 3.1 t/m 3.4


Slide 3 - Slide

Spaans cijfers:
Sta je nog 1,1 op magister?

Kijk even wat je nog moet inleveren. Volgende week is de laatste les Spaans. 

Slide 4 - Slide

Welk ww is NIET in de imperfecto vervoegd?
timer
0:20
A
pensaban
B
bebías
C
comieron
D
vivíamos

Slide 5 - Quiz

Welke 3 Spaanse werkwoorden zijn onregelmatig in de imperfecto?
timer
0:30

Slide 6 - Open question

Welk ww is NIET in de imperfecto vervoegd?
timer
0:20
A
trabajé
B
hacía
C
hablaba
D
comías

Slide 7 - Quiz

Pretérito Imperfecto

Nederlands --> (onvoltooid) verleden tijd

Voorbeeld:
Jan fietste naar huis. Daarna at hij een boterham.

Slide 8 - Slide

Wanneer wordt het gebruik?
  • Bij het beschrijven van gewoontes uit het verleden.

Voorbeeld:
Antes trabajaba de actriz. = Vroeger werkte zij als actrice.

Slide 9 - Slide

Wanneer wordt het gebruik?
  • Bij het beschrijven van mensen/ dingen/ situaties uit het verleden en er geen begin en eind van wordt aangegeven.

Voorbeeld:
Había mucha probeza en su niñez. = Er was veel armoede in zijn jeugd. 

Slide 10 - Slide

Hoe moet je het vervoegen?

Slide 11 - Slide

                Imperfecto irregular
3 werkwoorden

Slide 12 - Slide

¡A trabajar!
¿Qué?   Paso Adelante WB p. 115 - 117,
                 ejercicio 14 a/c/d 

¿Cómo? individualmente 
¿Tiempo? 20 minutos 
¿Meta?  aprender el uso de imperfecto

¿Listo?  Taaldorp afmaken 
timer
20:00

Slide 13 - Slide

Welk ww is NIET in de imperfecto vervoegd?
timer
0:20
A
pensaban
B
bebías
C
comieron
D
vivíamos

Slide 14 - Quiz

Welke 3 Spaanse werkwoorden zijn onregelmatig in de imperfecto?
timer
0:30

Slide 15 - Open question

Welk ww is NIET in de imperfecto vervoegd?
timer
0:20
A
trabajé
B
hacía
C
hablaba
D
comías

Slide 16 - Quiz

Pretérito Imperfecto

Nederlands --> (onvoltooid) verleden tijd

Voorbeeld:
Jan fietste naar huis. Daarna at hij een boterham.

Slide 17 - Slide

Wanneer wordt het gebruik?
  • Bij het beschrijven van gewoontes uit het verleden.

Voorbeeld:
Antes trabajaba de actriz. = Vroeger werkte zij als actrice.

Slide 18 - Slide

Wanneer wordt het gebruik?
  • Bij het beschrijven van mensen/ dingen/ situaties uit het verleden en er geen begin en eind van wordt aangegeven.

Voorbeeld:
Había mucha probeza en su niñez. = Er was veel armoede in zijn jeugd. 

Slide 19 - Slide

¡A trabajar!
¿Qué?   Paso Adelante WB p. 115 - 117,
                 ejercicio 14 a/c/d 

¿Cómo? individualmente 
¿Tiempo? 20 minutos 
¿Meta?  aprender el uso de imperfecto

¿Listo?  Taaldorp afmaken 
timer
20:00

Slide 20 - Slide