This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Hoe slim is je sanseveria?
newscientist okt 2024 blz. 106
H20 Planten
Slide 1 - Slide
our living world afl 1 min 27:50
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Bestuiving door insecten
Bestuiving door de wind
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
20.1 Veredelen
Wat is veredelen?
selecteren
kruisen
Slide 8 - Slide
Genen beïnvloeden
Klassieke veredeling:
Planten/ dieren die een gunstige combinatie van allelen hebben selecteren en met elkaar kruisen (bij dieren heet dat fokken)
Genetische modificatie:
Een stukje DNA van een ander organisme inbrengen in het DNA van een organisme: transgene organismen.
Als er genen worden ingebouwd van hetzelfde soort: cisgene organismen.
Slide 9 - Slide
Genetische modificatie
binas 71 M
Slide 10 - Slide
Waarvoor gebruik je eenzelfde enzym bij het open knippen van de plasmide en het knippen van een gen uit DNA van een donororganisme?
Slide 11 - Open question
Polyploïdie
vergroot opbrengst gewassen
Gebruik colchicine: spoelfiguur wordt afgebroken, chromatiden splitsen wel
hierdoor polyploïdie: veelvoud van het aantal chromosomen
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Maïs is een belangrijk voedselgewas. Door jarenlange veredeling via kruising en selectie zijn de maiskolven steeds groter en voedzamer geworden. Een nadeel van deze veredelingsmethode is dat deze zeer veel tijd kost. Een ander nadeel is dat niet elk gewenst resultaat kan worden bereikt. Het verhogen van de weerstand tegen insectenvraat bleek bij maïsplanten via kruising en selectie niet te lukken. Hiervoor worden de volgende verklaringen bedacht: 1 Doordat maïsplanten door de wind worden bestoven, vindt overdracht van genen willekeurig plaats. 2 Een gen dat weerstand geeft tegen insectenvraat komt bij maïs van nature niet voor.
Welke verklaringen is/zijn juist?
A
geen van beide verklaringen
B
alleen verklaring 1
C
alleen verklaring 2
D
beide verklaringen
Slide 14 - Quiz
Veel rassen kiwiplanten zijn tweehuizig; een plant heeft bloemen met alleen stampers (♀) of bloemen met alleen meeldraden (♂). Leg uit dat dit genetische variatie tussen de nakomelingen bevordert.
Slide 15 - Open question
Leg uit dat de genenpool in een populatie verkleint wanneer planten van hetzelfde ras zich onderling geslachtelijk voortplanten.
Slide 16 - Open question
Leg uit dat genetische variatie bij wilde rozen belangrijk is, maar bij gekweekte rozen vaak ongewenst.
Slide 17 - Open question
Sporen van schimmels zijn altijd haploïd. Ze ontstaan uit haploïde, maar soms ook uit diploïde schimmeldelen. Licht van beide typen sporen toe welk type deling hiervoor nodig is.
Slide 18 - Open question
Flavr Savr-tomaten rotten minder snel doordat ze het enzym polygalacturonase niet maken. Het enzym breekt pectine af, dat celwanden aan elkaar hecht. Het Flavr Savr-gen codeert voor een streng RNA die complementair is aan het RNA (RNAi, H18) dat codeert voor polygalacturonase. Met behulp van een plasmide uit de bacterie E. coli kan dit Flavr Savr-allel in tomatencellen komen. Door rijping verdwijnt pectine in vruchten. Leg uit dat dit proces vruchten zachter maakt.
Slide 19 - Open question
Leg uit hoe een complementaire streng RNA de productie van het enzym polygalacturonase verhindert.
Slide 20 - Open question
Video's
Basis bestuiving en bevruchting (voorkennis) (8min)
Veredelen (7 min)
Polyploïdie, GMO (recombinant DNA techniek), klonen (15 min)