What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Oefentest spelling H2 engelse ww
Programma
1 / 17
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
17 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Programma
Slide 1 - Slide
Vervoeging Engelse werkwoorden
Slide 2 - Slide
Vervoegen Engelse werkwoorden
Slide 3 - Slide
Vervoeging Engelse werkwoorden
Kies de juiste schrijfwijze:
A
De computer crashed tijdens de les
B
De computer crasht tijdens de les
C
De computer crashet tijdens de les
D
De computer crash't tijdens de les
Slide 4 - Quiz
Vervoeging Engelse werkwoorden
Kies de juiste schrijfwijze:
timer
0:15
A
Hij gamet de hele dag.
B
Hij gamed de hele dag.
C
Hij gamt de hele dag.
D
Hij game't de hele dag.
Slide 5 - Quiz
Vervoeging Engelse werkwoorden
Kies de juiste schrijfwijze:
timer
0:15
A
De leerling stresste tijdens de toetsweek
B
De leerling streste tijdens de toetsweek
C
De leerling stressde tijdens de toetsweek
D
De leerling stresde tijdens de toetsweek
Slide 6 - Quiz
Vervoeging Engelse werkwoorden
Kies de juiste schrijfwijze:
A
Gisteren racede ik naar huis
B
Gisteren racte ik naar huis
C
Gisteren racete ik naar huis
D
Gisteren racde ik naar huis
Slide 7 - Quiz
Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: timen
A
timde
B
timdde
C
timete
D
timede
Slide 8 - Quiz
Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: lunchen
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde
Slide 9 - Quiz
Engelse werkwoorden
Vervoeg op de juiste manier in de persoonsvorm verleden tijd: Hij (racen)
A
racte
B
racette
C
racde
D
racete
Slide 10 - Quiz
Vervoeging Engelse werkwoorden
Kies de juiste schrijfwijze:
A
Bob logt in en downloadt een document.
B
Bob logd in en download een document.
C
Bob logt in en download een document.
D
Bob logt in en downloat een document.
Slide 11 - Quiz
Vervoeging Engelse werkwoorden
Kies de juiste schrijfwijze:
A
Hij heeft de hele dag gegamed.
B
Hij heeft de hele dag gegamet.
C
Hij heeft de hele dag gegamt.
D
Hij heeft de hele dag gegamd.
Slide 12 - Quiz
Welke stelling is waar?
A
Engelse werkwoorden vervoeg je anders dan Nederlandse.
B
Engelse werkwoorden gebruik je eigenlijk niet in het Nederlands.
C
De dubbele medeklinker aan het eind wordt altijd weg gehaald.
D
De stam van een Engels werkwoord maak je door -en van het werkwoord af te halen.
Slide 13 - Quiz
Ik .... (appen) mijn beste vriend gisteren.
Slide 14 - Open question
Mijn vader ........ (managen) vroeger altijd alles.
Slide 15 - Open question
Zijn vriend (relaxen) gisteren bij hem thuis.
Slide 16 - Open question
https:
Slide 17 - Link
More lessons like this
Oefentest spelling H2 engelse ww
December 2022
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Hoofdstuk 2: de vervoeging van Engelse werkwoorden
January 2024
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Hoofdstuk 2: de vervoeging van Engelse werkwoorden
January 2023
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
004 A2B 6 september 2023
September 2023
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Cursus 7 paragraaf 11
March 2024
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
2.4 Engelse werkwoorden
January 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Engelse werkwoorden
April 2022
- Lesson with
36 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Engelse werkwoorden
September 2023
- Lesson with
32 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1