V4- Les 9 - comida y bebida y concordancia

1 / 14
next
Slide 1: Video
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Contesta en español: ¿Qué comida has visto en la fiesta?

Slide 2 - Open question

Clase de español - V4 
lunes, 4 de octubre de 2021
Objetivo
Escribir sobre la comida y bebida en español

Slide 3 - Slide

La clase de hoy
La clase anterior
corregir y repasar la preparación para hoy
Escribir texto presentación la comida y bebida
Evaluación
La preparación para mañana

Slide 4 - Slide

La clase anterior
Habla con tu compañero en español sobre la clase anterior:
1. ¿De qué tema hemos hablado en la clase anterior de dos horas?
2. ¿Cómo se forma el imperfecto?

timer
1:00

Slide 5 - Slide

Los deberes para hoy
opzoeken en opschrijven
informatie over eten en drinken (jouw feest) in het Nederlands in je schrift (geen Spaans!)
Leren
perfect, imperfect, er is/zijn/zijn (aantekingen/lessonup)
woordenschat drank en eten (s-n in n-s) (zie bijlage magister agenda)
Maken
Oefening 12 op 13 van de imperfecte lezer

Slide 6 - Slide

ejercicio 12:
1. bebía bebíamos bebías
2. escribía, escribíamos, escribías
3. salía, salíamos, salías
4. estudiaba, estudiábamos, estudiaba
5. iba, íbamos, ibas
56 estaba, estábamos, estabas
7. era, éramos, eras
8. venía, veníamos, venías

9. recibía, recibíamos, recibías
10. veía, veíamos, veías
11.trabajaba, trabajábamos, trabajaba
12. daba, dábamos, dabas
13 chateaba, chateábamos, chateabas
14. googleaba, googleábamos, googleabas 
15. twiteaba, twiteábamos, twiteaba
timer
2:00

Slide 7 - Slide

ejercicio 13:

1. era, gustaba
2. vivían
3. salíais
4. ibas
5. iba, daba
6. tomaba
7. tenía
8. bajaba
9. vivía, era, era, tenía
10. hablaba
timer
1:00

Slide 8 - Slide

Escribe la frase bien en español:
1. Filipinas es al sureste de Asia.
2. Todos llevaban ropas blanco.
3. Hay muchos tareas para las falleras.

timer
3:00

Slide 9 - Open question

La concordancia y el adjetivo
In het Spaans past het bijvoeglelijke naamwoord in geslacht en getal altijd aan het zelfstandig naamwoord:
la fiesta divertida 
estas fiestas divertidas

Het bijvoeglijk naamwoord komt altijd achter het zelfstandig naamwoord te staan.

Tip: Leer altijd het lidwoord bij het zelfstandig naamwoord. Zo weet je altijd welk geslacht het zelfstandig naamwoord heeft.

Mannelijke woorden zijn: -or, -e, -o uitzonderingen el idioma, el problema (alle ema/ima/oma woorden)
Vrouwelijke woorden zijn: -a, ción/sión, dad uitzonderingen la mano, la foto

Maak nu oefening 6 en 7

timer
2:00

Slide 10 - Slide

La concordancia y el adjetivo
oefening 6
1. el 2. la, 3. la 4. la 5. el 6. el 7. las 8. las
oefening 7:
1. Mi hermano es pequeño/bajito.
2. Los alumnos del HLZ son inteligentes.
3. Los profesores de español son muy simpáticos.
4. Los ordenadores son nuevos.
5. El alumno es holandés.
6. Los diccionarios son caros.

timer
2:00

Slide 11 - Slide

Escribe en español la comida y bebida
Wat aten de Spanjaarden (Mexicanen) tijdens het feest?
Wie maakten dat klaar? (preparar)
Waar aten zij dit (op straat, thuis, ergens anders?)
Is dit een typisch ... gerecht?
Leg uit wat het was (ingrediënten).
Heb je het geproefd / gegeten? Vond je het lekker? Waarom (niet)? (estar rico/a)

Slide 12 - Slide

Waar heb jij de meeste moeite mee in het Spaans?
Wat vind je makkelijk in het Spaans?
timer
1:00

Slide 13 - Open question

La preparación para mañana
Buscar
In het Nederlands informatie zoeken over muziek en dans van jouw feest (instrumenten, namen van liedjes/dans, etc.)
Aprender
vocabuario música y baile esp-hol, hol-esp (bijlage magister agenda?)
perfecto, imperfecto, presente, ser, estar, hay, concordancia
Hacer
ejercicio 14 del reader

Slide 14 - Slide