This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
De Koude Oorlog
EINDE VAN DE KOUDE OORLOG
Slide 1 - Slide
Leerdoel
Je kan uitleggen hoe de volgende gebeurtenissen verlopen zijn:
Het communisme van Michael Gorbatsov
De val van het Oostblok en de Berlijnse Muur
De Duitse eenwording
Slide 2 - Slide
Wat betekent de Koude Oorlog?
A
Een oorlog gevoerd in een koude periode
B
Een oorlog waarin veel actie ondernomen wordt
C
Een oorlog waarin weinig actie ondernomen wordt
Slide 3 - Quiz
De Koude Oorlog begint:
A
na de nederlaag van Duitsland
B
de dood van Roosevelt (april 1945)
C
de nederlaag van Japan
D
na WOII in 1945
Slide 4 - Quiz
Na de Tweede Wereldoorlog was er al snel een nieuwe vijand voor de VS. Wat was de nieuwe vijand van de VS?
A
het kapitalisme
B
het liberalisme
C
het socialisme
D
het communisme
Slide 5 - Quiz
Kapitalisme
A
Westen
B
Oosten
Slide 6 - Quiz
Wat is Marshallhulp?
A
Hulp aan arme kinderen in Afrika
B
Economische hulp van de VS aan Europa na WOII
C
Hulp voor de SU tijdens de Koude Oorlog.
D
Militaire hulp van de VS
Slide 7 - Quiz
Welke uitspraak over de CUBACRISIS is juist? De Cubacrisis is:
A
de aanleiding voor de revolutie op Cuba.
B
de oorzaak van het invoeren van hervormingen in
Cuba.
C
de reden voor militaire steun van de VS aan Cuba.
D
het gevolg van het plaatsen van raketinstallaties op Cuba.
Slide 8 - Quiz
Wat heeft niets met de Koude Oorlog te maken?
A
Aanpassingspolitiek
B
Containmentpolitiek
C
Truman-doctrine
D
De Dominotheorie
Slide 9 - Quiz
CRISIS IN DE SOVJETUNIE
Slide 10 - Slide
De planeconomie blijkt niet te werken
Planeconomie: voor bepaald aantal jaar vastleggen wat er geproduceerd moet worden (5 jaar in het geval SU)
Economisch gezien een rampzalig idee. Altijd tekorten, heel veel regeltjes en slechte kwaliteit producten=> Veel armoede onder bevolking SU
Slide 11 - Slide
DE WAPENWEDLOOP
De wapenwedloop met het Westen kostte enorm veel geld.
De SU kon deze kosten moeilijk opbrengen, dit verhoogde de druk op de economie nog verder=> VS dreven de wapenwedloop nog verder op met Reagans Star Wars Program
Slide 12 - Slide
Planeconomie
A
Westen
B
Oosten
Slide 13 - Quiz
Vrije markteconomie past bij
A
communisme
B
kapitalisme
Slide 14 - Quiz
Het opstellen van vijfjarenplannen hoort bij...
A
nieuwe economische politiek
B
de planeconomie
C
collectivisatie
D
zuiveringen
Slide 15 - Quiz
Vraag en aanbod bepalen hoeveel auto's er gemaakt worden.
A
Planeconomie
B
vrijemarkteconomie
C
vrije economie
D
slimme economie
Slide 16 - Quiz
De hervormingen van Gorbatsjov
PERESTROJKA ofwel economische hervormingen => De Staat gaat zich minder bemoeien met economie, er wordt meer initiatief van burgers toegestaan.
Einde wapenwedloop (=>meer geld voor economie)
GLASNOST ofwel meer openheid => een meer democratischer bestuur, meer partijen werden toegestaan. Meer vrijheid voor burgers.
Slide 17 - Slide
De gevolgen van deze hervormingen.
Gorbatsjov wilde het communisme hervormen, niet afschaffen!
Glasnost => meer openheid => mensen begonnen hun mening te geven=> overheid greep niet meer in.
Perestrojka => men mocht weer eigen bedrijfjes stichten, het westen werd gevraagd deze ontwikkeling te steunen.
Ronald Wilson Reagan was de 40e president van de Verenigde Staten van 1981 tot 1989. Reagan ging, na een carrière als filmacteur, in de politiek.
Michail Sergejevitsj Gorbatsjov is een voormalig secretaris-generaal van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie van 1985 tot 1991 en president van de Sovjet-Unie van 1990 tot 1991.
Slide 18 - Slide
GLASNOST was openheid over het bestuur van het land. Mensen kregen ook meer vrijheid om hun mening te uiten. Welke politicus voerde deze hervormingen in?
A
Chroesjtsjov
B
Gorbatsjov
C
Brezjnev
D
Stalin
Slide 19 - Quiz
Welke bewering over de politiek van Gorbatsjov is juist? Gorbatsjov wilde:
A
afschaffing van het communisme.
B
hervorming van het communisme.
C
uitbreiding van de macht van de Sovjet-Unie.
D
versterking van de staatsbedrijven.
Slide 20 - Quiz
Hoe werden de ECONOMISCHE HERVORMINGEN in de SU in de tweede helft van de jaren '80 genoemd?
A
Glasnost
B
Nieuwe Economische Politiek
C
Perestrojka
D
Collectivisatie
Slide 21 - Quiz
Het Oostblok valt uiteen
Verzet tegen de communistische dictatuur > roep om democratische vrijheden en het recht om in vrijheid te reizen
Vóór Gorbatsjov: hard militair optreden tegen opstanden (DDR in '53, Polen en Hongarije in '56, Praagse Lente '68)
Gorbatsjov: weigert militair in te grijpen in de DDR > Val van de Muur (1989) >Hereniging Duitsland (1990)
Val van overige communistische regimes (Polen, Hongarije etc )
Einde eenpartijstaat in SU > Sovjet-Unie wordt opgeheven (1991)
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Video
Slide 24 - Video
Waarom gebeurde dit?
De veranderde buitenlandse politiek van Gorbatsjov
=> ook de DDR moest democratischer worden.
=> Gorbatsjov verleende niet langer militaire steun.
De partijleiding in de DDR wijst deze verandering af => De bevolking van de DDR komt in opstand.
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Video
Slide 27 - Slide
De Duitse Eenwording
Slide 28 - Slide
Helmut Kohl
In 1990 werd Duitsland weer één land.
Velen maakten zich zorgen over een groot Duitsland. Ze waren tenslotte al twee keer een oorlog begonnen?
Duitsland speelt een belangrijke rol in de Europese Eenwording.
Slide 29 - Slide
HET NIEUWE GROTE DUITSLAND
De bevolking groeide naar 79 miljoen inwoners
De hereniging was een droom voor veel Oost Duitsers
De kosten om het communistische Oost-Duitsland om te zetten naar het kapltalismse waren erg hoog.
De belasting werd flink verhoogd.
Prijzen van levensmiddelen en huren stijgen
Sluiting van Oost-Duitse fabrieken leidden tot werkloosheid.
Slide 30 - Slide
Einde van de Sovjet-Unie- 1991
Veel verschillende volken willen niet meer bij de Sovjet-Unie horen. Nationalisme komt opzetten..
In 1991 houdt de Sovjet-Unie dan ook op te bestaan: grote delen van de Sovjet- Unie worden onafhankelijke landen, zoals Oekraïne, Wit-Rusland en Armenië, Estland, Letland, Lithouwen etc. Het deel dat nog overblijft gaat verder als Rusland o.l.v. Boris Jeltsin.
Slide 31 - Slide
Gevolgen Oostblok
Communistische regimes komen ten val en worden democratisch.
Het Warschau pact wordt opgeheven
Joegoslavie valt uiteen in kleinere staten => burgeroorlog
Oost Europese landen worden lid van de NAVO
2004: Oost-Europese landen worden lid van de EU
SCHEIDING OOST/WEST VOORBIJ
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
Welke leiders waren aan de macht ten tijde van de val van de Berlijnse Muur?
A
Chroetsjov en Kennedy
B
Stalin en Roosevelt
C
Reagan en Chroetsjov
D
Bush en Gorbatsjov
Slide 34 - Quiz
Welke gebeurtenis wordt meestal gezien als het einde van de Koude Oorlog?
A
De val van de Berlijnse Muur (november 1989)
B
De eenwording van Duitsland (oktober 1990)
C
Het einde van de Sovjet-Unie (december 1991)
D
De aanval op de Verenigde Staten (september 2001)
Slide 35 - Quiz
Welke staten zijn na het einde van de Koude Oorlog uiteengevallen?
A
de Sovjet-Unie en Duitsland
B
Joegoslavië en de Sovjet-Unie
C
Frankrijk en Hongarije
D
Hongarije en Italië
Slide 36 - Quiz
In 1991 viel de Sovjet-Unie uit elkaar. Dit had grote gevolgen voor veel landen in Oost-Europa. Welk gevolg geldt voor veel landen van Oost-Europa?