This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Qu'est-ce que vous allez faire?
- répéter G
- corrger les devoirs
- grammaire I
- au travail
Slide 2 - Slide
vertaal: Wij nemen
Slide 3 - Open question
vertaal: Zij nemen
Slide 4 - Open question
Vertaal: hij heeft genomen
Slide 5 - Open question
Mevrouw van Huet heeft de vocabulaire geleerd.
Slide 6 - Open question
corrige: G(26) + H (27, 28, 29, 30)
Des questions?
Slide 7 - Slide
Lees onderstaande zinnen goed
J'aime les fraises
J'achète un kilo de pommes
Je prends de la salade
Slide 8 - Slide
Lees onderstaande zinnen goed
J'aime les fraises
J'achète un kilo de pommes
Je prends de la salade
Wat valt je op als je naar de lidwoorden kijkt?
Slide 9 - Slide
Grammaire I
In deze grammatica leer je wanneer je welk soort lidwoord moet gebruiken en je leert een nieuw soort lidwoord: het delend lidwoord. Het lastige is, dat we dit lidwoord niet kennen in het Nederlands.
Ik neem salade. --> Je prends de la salade.
Slide 10 - Slide
Welk lidwoord?
Om te leren wanneer je welk lidwoord nodig hebt, krijg je van mij een stappenplan. Als je deze telkens van boven naar beneden volgt, kom je altijd bij het goede lidwoord uit.
Dit stappenplan gebruik je wanneer er in het NL geen lidwoord staat.
Slide 11 - Slide
Deze poster zet ik ook in Teams, zodat je m beter kunt lezen)
du = mnl
de la = vrl
de l' = mnl/vrl met een klinker
des = mv
Slide 12 - Slide
Let op:
Hoeveelheden zijn:
- een liter, een fles, een doos, veel, weinig, een beetje, een kilo, een pond, hoeveel, etc.
Maar!!! een getal wordt niet als hoeveelheid gezien!!!