T3 B4 1HV

B4 Rijk van de planten
  • Jas uit
  • Spullen op tafel
       Leerwerkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 193 t/m 196
timer
4:00
Kennen/Kunnen
  • Begrippen: Stam, wieren, sporenplanten, zaadplanten, sporendoosjes, sporenvormende orgaantjes, sporenhoopjes, bedektzadige, naaktzadige.
  • Je kunt van elke stam 4 kenmerken noemen m.b.t. de bouw
  • Je kunt 3 voorbeelden noemen van planten uit elke stam
  • Je kunt uitleggen van elke stam hoe planten zich voortplanten
  • Je kunt stam zaadplanten verder indelen in 2 groepen
  • Je kunt van elk van deze groepen 2 kenmerken noemen.
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

B4 Rijk van de planten
  • Jas uit
  • Spullen op tafel
       Leerwerkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 193 t/m 196
timer
4:00
Kennen/Kunnen
  • Begrippen: Stam, wieren, sporenplanten, zaadplanten, sporendoosjes, sporenvormende orgaantjes, sporenhoopjes, bedektzadige, naaktzadige.
  • Je kunt van elke stam 4 kenmerken noemen m.b.t. de bouw
  • Je kunt 3 voorbeelden noemen van planten uit elke stam
  • Je kunt uitleggen van elke stam hoe planten zich voortplanten
  • Je kunt stam zaadplanten verder indelen in 2 groepen
  • Je kunt van elk van deze groepen 2 kenmerken noemen.

Slide 1 - Slide

Huiswerkrad
Ga vast naar Lessonup.app en gebruik deze code
Beloning
Straf

Slide 2 - Slide

Plaats alleen in een vak, als het een unieke eigenschap is
Prokaryoot
Dier
Plant
Schimmel
Plastiden
Celwand
zonder celwand
zonder vacuole
zonder celkern
celkern

Slide 3 - Drag question

Een zeester is ..
A
Tweezijdig symmetrisch
B
Veelzijdig symmetrisch
C
A-symmetrisch
D
Driezijdig symmetrisch

Slide 4 - Quiz

Een slang is ..
A
Tweezijdig symmetrisch
B
Veelzijdig symmetrisch
C
A-symmetrisch
D
Driezijdig symmetrisch

Slide 5 - Quiz

Een krab is ..
A
Tweezijdig symmetrisch
B
Veelzijdig symmetrisch
C
A-symmetrisch
D
Driezijdig symmetrisch

Slide 6 - Quiz

Het skelet van deze slakken is
A
Inwendig
B
uitwendig
C
hij heeft geen skelet

Slide 7 - Quiz

Het skelet van deze slak is
A
Inwendig
B
uitwendig
C
hij heeft geen skelet

Slide 8 - Quiz

Bij welk RIJK hoort dit organisme?
A
Dieren
B
Gewervelden
C
Zoogdieren
D
Konijnen

Slide 9 - Quiz

Bij welke STAM hoort dit organisme?
A
Dieren
B
Gewervelden
C
Zoogdieren
D
Honden

Slide 10 - Quiz

Celkenmerken planten
  • Plastiden
  • Celwand
  • Grote vacuole

Slide 11 - Slide

Indelen
Rijk planten wordt verder ingedeeld in 8 stammen.
Van deze stammen moet je alleen vaatplanten en wieren kennen!

Slide 12 - Slide

Stam: Wieren(algen)
Kenmerken:
  • Eencellig/veelcellig
  • Geen wortels, stengels of bloemen
  • Voortplanting: deling of sporen
Boomalgen
Kranswier
Blaaswier

Slide 13 - Slide

Stam: Vaatplanten
  • Meeste planten die je kent
  • In de plant zijn vaten aanwezig voor transport van stoffen 
  • Wortels, stengels en bladeren!
  • Verder ingedeeld in: sporenplanten en zaadplanten

Slide 14 - Slide

Sporenplanten
Kenmerken:
  • geen bloemen
  • voortplanting: sporen
Varens
Paardenstaart
Mos

Slide 15 - Slide

 Zaadplanten
Kenmerken:
  • bloemen
  • Voortplanting: zaden
Spar
Appelboom

Slide 16 - Slide

Deze plant hoort bij de
A
Wieren
B
Sporenplanten
C
Zaadplanten

Slide 17 - Quiz

Deze plant hoort bij de
A
Wieren
B
Sporenplanten
C
Zaadplanten

Slide 18 - Quiz

Deze plant hoort bij de
A
Wieren
B
Sporenplanten
C
Zaadplanten

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 193 t/m 196
  • Maken Opdr. 1 t/m 8  blz. 197-200

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zs = Werken in stilte
  • Geen vinger opsteken
  • Aan het werk
  • Stil en stoor niemand
  • Blijf op je plek
timer
6:00

Slide 21 - Slide

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 193 t/m 196
  • Maken Opdr. 1 t/m 8 blz. 197-200

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
  • Geen vinger opsteken
  • De docent komt langs
  • Aan het werk
  • Fluister alleen met de persoon naast je
  • Blijf op je plek

Slide 22 - Slide

Opruimdienst
Vandaag zijn dit
  • Alle tafels recht
  • Stoelen aangeschoven
  • Grond vrij van afval
  • Tafels leeg

Slide 23 - Slide

Afsluiting
  • Begrippen: Stam, wieren, sporenplanten, zaadplanten, sporendoosjes, sporenvormende orgaantjes, sporenhoopjes, bedektzadige, naaktzadige.
  • Je kunt van elke stam 4 kenmerken noemen m.b.t. de bouw
  • Je kunt 3 voorbeelden noemen van planten uit elke stam
  • Je kunt uitleggen van elke stam hoe planten zich voortplanten
  • Je kunt stam zaadplanten verder indelen in 2 groepen
  • Je kunt van elk van deze groepen 2 kenmerken noemen.

Slide 24 - Slide